Psychosociale stress heeft bij mannen en vrouwen een verschillend effect op het geheugen. Stress verbetert het emotionele geheugen van mannen.
Bij vrouwen heeft een stressvolle ervaring geen invloed op het geheugen. Dat blijkt uit het promotieonderzoek van Sandra Cornelisse van het UMC Utrecht.
Onderzoek
Cornelisse bracht de helft van 77 studenten in een stressvolle situatie. De proefpersonen moesten met slechts drie minuten voorbereidingstijd een presentatie van vijf minuten houden voor een zogenaamd sollicitatiegesprek, de ‘commissie’ reageerde heel koel. Daarna moesten ze een ingewikkelde rekenopdracht maken. Proefpersonen in de controlegroep hoefden alleen maar een tijdschrift te lezen.
Hierna moesten alle proefpersonen op een computerscherm twee soorten afbeeldingen bekijken, neutrale (bijvoorbeeld een koffiemok) en emotionele (bijvoorbeeld een explosie). Na een week werden alle proefpersonen, 23 mannen en 54 vrouwen, opnieuw opgeroepen en keek Cornelisse hoeveel afbeeldingen ze zich nog konden herinneren.
Mannen die na de stressvolle ervaring de afbeeldingen hadden bekeken, herinnerden een week later in verhouding meer emotionele dan neutrale afbeeldingen. Deze mannen presteerden ook beter op een andere geheugentaak dan mannen uit de controlegroep. Bij vrouwen had de stressvolle ervaring geen invloed op de geheugenprestatie.
Stresshormoon
Cornelisse koppelt de geheugenprestaties aan de concentratie van het stresshormoon cortisol. Als de concentratie van dat hormoon steeg, verbeterde namelijk het geheugen. De cortisolconcentratie steeg bij mannen die de stressvolle opdracht kregen. Bij vrouwen bleek de contratie minder te stijgen na psychosociale stress. Waarschijnlijk beïnvloedt de hormonale cyclus het cortisolniveau. Het stresshormoon steeg het minst bij vrouwen die de pil gebruikten, 39 van de 54.
- UMC Utrecht