Naar schatting moeten 1,7 miljoen Nederlanders doorgaans twee keer of vaker per nacht naar het toilet. Uit een onderzoek van Motivaction blijkt dat dit vaak tot een slechte nachtrust en vermoeidheid overdag leidt.
Onderzoeks- en adviesbureau Motivaction selecteerde uit 3.166 mannen en vrouwen van 50-70 jaar een groep van 524 mensen die twee keer of vaker ‘s nachts uit bed moeten om te plassen. Zij werden vervolgens ondervraagd over de gevolgen van al die nachtelijke toiletbezoekjes.
Eén van de belangrijkste nadelige gevolgen van ’s nachts vaak moeten plassen (nycturie) is een verminderde nachtrust. Zo blijkt dat 25 procent van de ondervraagden door de toiletbezoeken gemiddeld langer dan 1 uur per nacht wakker is. Bij 17 procent is dit 2 uur of langer en bij 7 procent zelfs 3 uur of langer.
Moe en slechte concentratie
Ruim een derde van de doelgroep (37 procent) geeft aan de volgende dag doorgaans vermoeid of zeer vermoeid wakker te worden. Het veelvuldige nachtelijk toiletbezoek uit zich overdag onder andere in verminderde concentratie en/of de behoefte aan meer tijd voor bepaalde dagelijkse taken of werkzaamheden.
Mensen met nycturie beoordelen hun algemene kwaliteit van leven gemiddeld lager dan mensen die ’s nachts minder vaak of helemaal niet uit bed hoeven om te plassen. Eerder onderzoek toonde al aan dat nycturie-patiënten met een chronisch tekort aan slaap een verhoogd risico op depressie hebben en dat nycturie een belangrijke risicofactor is voor vallen en breuken.
Huisarts kan helpen
Slechts iets meer dan een derde van de ondervraagden heeft het probleem wel eens met de huisarts heeft besproken. Drie opvallende redenen achter die passiviteit: men gaat er vaak vanuit dat nycturie bij de leeftijd hoort (37 procent), een bezoek aan de dokter is nooit bij hen opgekomen (26 procent) of men denkt bij voorbaat dat er niets aan gedaan kan worden (16 procent).
In veel gevallen is er iets aan nycturie te doen. "Ik raad iedereen die hinder ervaart van nycturie aan, dit bij de huisarts aan te kaarten," aldus huisarts Bert-Jan de Boer. "Als huisartsen kunnen wij, afhankelijk van eventuele oorzaken, samen met de patiënt naar een beleid op maat zoeken."