6 vragen over chronische slaapproblemen

Alles wat je moet weten over chronische insomnie

slapeloze vrouw in bed
Getty Images

Iedereen slaapt wel eens slecht. Maar als je gedurende langere tijd meerdere nachten per week slecht slaapt, is er grote kans dat je last hebt van chronische insomnie. Je bent niet de enige: één op de tien Nederlanders heeft er last van. Zes vragen over chronische slapeloosheid.

Chronische slapeloosheid is de meest voorkomende slaapstoornis. Volgens slaapexpert Eus van Someren, tevens onderzoeker bij het Nederlands Herseninstituut, heeft ongeveer 10 procent van de bevolking ermee te maken. Wanneer wordt 'slecht slapen' chronische insomnie? Wat zijn de gevolgen van chronische slaapproblemen en is er iets aan te doen? We zetten de veel gestelde vragen over aanhoudende slaapproblemen op een rij.

1. Wat is chronische insomnie?

Insomnia (insomnie) betekent 'geen slaap' en is de medische term voor slapeloosheid. Het is er in drie vormen: moeilijk in slaap vallen, herhaaldelijk wakker worden tijdens de nacht en/of veel te vroeg wakker en niet meer kunnen inslapen. Als mensen last hebben van slapeloosheid en de klachten drie of meer nachten per week voorkomen en langer dan drie maanden duren, spreek je van chronische insomnie (langdurige slapeloosheid).  er is ook een acute variant, maar die gaat vanzelf over en duurt slechts korte tijd.

2. Onder welke namen staat chronische insomnie bekend? 

Chronische insomnie staat ook bekend als chronische insomnia, chronische slapeloosheid, langdurige slapeloosheid of persistente insomnie. Soms wordt het door artsen insomnia disorder genoemd.

3. Wat zijn de symptomen van chronische slapeloosheid?

  • Moeilijk in slaap vallen
  • Vaak wakker worden 's nachts
  • Te vroeg wakker worden
  • Niet uitgerust wakker worden
  • Overdag slaperig en vermoeid
  • Concentratie- of geheugenproblemen
  • Prikkelbaarheid en stemmingswisselingen

4. Wat kunnen de gevolgen van chronische insomnie zijn?

Als je langdurig slecht slaapt, kunnen er diverse gezondheidsklachten ontstaan. Zo lopen slechte slapers een hoger risico om een psychische aandoening te ontwikkelen en herstellen er ook moeilijker van.

  • Depressie. Slaap en depressie zijn nauw met elkaar verbonden. Mensen die een depressie hebben gehad, of kampen met depressieve klachten hebben vaak slaapproblemen. Andersom is het risico op een depressie groter als je slecht slaapt. Slechte slapers hebben een twee keer grotere kans om depressies te ontwikkelen dan mensen die wel goed slapen.
  • Angststoornissen. Bij angststoornissen lijkt een vergelijkbaar verband te bestaan; van alle patiënten met een angststoornis blijkt maar liefst zo'n 80 procent ook slechte slapers te zijn. Van Someren vermoedt dat dit komt doordat hun slaap sterk gefragmenteerd is. "Ze slapen niet eens zo weinig uren als je alles bij elkaar optelt, maar hun brein wordt telkens weer wakker en blijft de hele nacht door alert", vertelde hij aan EenVandaag.
  • Extreme vermoeidheid. Als je lange tijd slecht slaapt, kun je last krijgen van extreme vermoeidheid. Dit gaat soms gepaard met lichamelijke klachten, zoals hoofdpijn, spierpijn en zelfs nek- en rugklachten. Extreme vermoeidheid maakt het enorm lastig om normaal te functioneren. Het maakt lamlendig en futloos, geeft concentratiestoornissen en geeft een hoger risico op (verkeers)ongelukken en problemen op het werk.
  • Hart- en vaatziekten. Mensen met slaapapneu hebben vaker een hoge bloeddruk en een grotere kans op hart- en vaatziekten. Ook andere slaapstoornissen zoals heel weinig slapen geeft een hogere kans op hart- en vaatziekten. Mensen die korter dan zes uur slapen, hebben gemiddeld vijftien procent meer kans op hart- en vaatziekten dan mensen die zeven uur slapen. Korte slapers die ook nog eens slecht slapen hebben dubbel pech. Uit onderzoek van het RIVM en Wageningen University blijkt die groep een 65 procent hoger risico op hart- en vaatziekten te hebben in vergelijking met mensen die zeven uur goed slapen. Korte slapers die fris en uitgerust uit bed stappen hebben een gelijk risico op hart- en vaatziekten als mensen die zeven uur goed slapen. Dat er een verband is tussen slaap en hart- en vaatziekten betekent overigens niet automatisch dat slecht slapen hart- en vaatziekten veroorzaakt. Slecht slapen kan ook het gevolg zijn van een onderliggende ziekte, zoals een hart- of vaatziekte.
  • Overgewicht. Hoe minder je slaapt, hoe groter de kans op overgewicht en obesitas. Mensen die gemiddeld minder dan 5 – 6 uur per nacht slapen, komen meer aan dan mensen die langer slapen, zo laat onderzoek zien. Te weinig slaap vergroot de eetlust en kan ervoor zorgen dat mensen meer vet en snacks gaan eten, zonder dat ze meer gaan bewegen. Onderzoek laat ook zien dat mensen die te weinig slapen meer spiermassa en minder vetmassa verbranden. Niet alleen is het lastiger om af te vallen met te weinig slaap, het heeft dus ook invloed op je lichaamssamenstelling.
  • Diabetes type 2. Een verstoord dag- en nachtritme vergroot het risico op diabetes type 2. Mensen die te kort slapen zijn in de ochtend minder gevoelig voor insuline dan mensen die voldoende slapen. Na een nachtrust van minder dan vijf uur daalt de gevoeligheid voor insuline met bijna een kwart.

5. Wat veroorzaakt chronische insomnie?

Chronische slapeloosheid kan veel oorzaken hebben. Stress, leefstijl, omgevingsfactoren of medische of psychische aandoeningen kunnen slapeloosheid in de hand werken. Ook bepaalde medicijnen, drugs en alcoholgebruik kunnen invloed hebben op je slaap. Neurologische aandoeningen als de ziekte van Parkinson, epilepsie of de ziekte van Alzheimer staan er ook om bekend. Prostaatproblemen of het gebruik van plaspillen kan slaapproblemen geven doordat je 's nachts veelvuldig naar het toilet moet. Ten slotte is het ontbreken van een goede slaaphygiëne vaak een oorzaak van chronische insomnie.

Lees ook: Zo verbeter je je slaapkwaliteit

6. Hoe wordt chronische insomnie behandeld?

De eerste stap is kritisch kijken naar je slaaphygiëne. Zorg voor een donkere, prikkelarme slaapkamer, leg schermpjes tenminste 1 uur voor het slapengaan weg en probeer iedere dag om dezelfde tijd naar bed te gaan en op te staan. Als je dan nog niet beter slaapt, is de volgende stap die naar de huisarts die je kan helpen eventuele oorzaken aan te pakken. Als de klachten blijven bestaan kan een verwijzing naar een slaappsycholoog of slaapoefentherapeut voor verdere behandeling een optie zijn. Cognitieve Gedragstherapie – Insomnie (CGT-I) kan bijvoorbeeld helpen. Ook het voorschrijven van lichttherapie of melatonine kan een optie zijn om een verstoord dag- en nachtritme aan te pakken. Slaapmedicatie kan een tijdelijke oplossing zijn, maar daar wordt vanwege de verslavingsgevoeligheid niet graag voor gekozen.

 

Auteur 
Bron 
  • Hartstichting
  • Albert Schweitzer ziekenhuis
  • Wereld Kanker Onderzoek Fonds
  • Hersenstichting
  • MIND