Gedragsfactoren lijken een belangrijke rol te spelen bij mensen met diabetes type 1 die kampen met chronische vermoeidheid. Mogelijk is cognitieve gedragstherapie een effectieve behandeling. Dat schrijven onderzoekers van het UMC St Radboud in Diabetes Care.
Chronische vermoeidheid komt vaak voor bij mensen met diabetes type 1. Die vermoeidheid wordt niet zozeer veroorzaakt door schommelingen in de bloedsuikerspiegel zoals wat vaak wordt gedacht, maar vooral gedragsfactoren lijken een belangrijke rol te spelen.
Uit onderzoek van klinisch psycholoog dr. Hans Knoop en internist prof. Cees Tack van het UMC St Radboud blijkt dat bijna de helft van de mensen met diabetes type 1 chronisch moe is. Zelfs zo ernstig moe dat ze hun dagelijkse bezigheden niet goed kunnen doen. Diabetespatiënten noemen hun vermoeidheid als de meest hinderlijke klacht.
Gedrag speelt een rolWanneer iemand erg lang voortdurend moe blijft, lijkt dit vooral samen te hangen met gedragsfactoren. Een onregelmatig slaap-waak patroon, te weinig bewegen of je machteloos voelen tegenover de vermoeidheid zijn bijvoorbeeld factoren die een rol spelen. De onderzoekers wijzen erop dat dit aspecten zijn die mogelijk aangepakt kunnen worden met 'cognitieve gedragstherapie'. Deze therapie blijkt bij vermoeide patiënten met andere chronische aandoeningen vaak goed te werken.
Het onderzoek is uitgevoerd bij 214 mensen met diabetes type 1. Ze werden vergeleken met een even grote groep leeftijdsgenoten zonder diabetes. De mensen die last hadden van complicaties van diabetes - zoals problemen met hart, bloedvaten, nieren en zenuwen - hadden het meeste last van chronische vermoeidheid. De grootste 'voorspellers' van chronische vermoeidheid zijn echter een jonge leeftijd, depressie, pijn, slaapproblemen, zich machteloosheid voelen om iets aan de vermoeidheid te doen en minder bewegen.
Vervolgonderzoek moet uitwijzen of cognitieve gedragstherapie ook bij diabetes type 1 effectief kan zijn.
- Radboudumc