BAARN - De diagnose ADHD wordt te vaak gesteld. Dit blijkt uit gegevens die de universiteiten van Ruhr-Universitat Bochum en Basel verzamelden. Psychiaters en psychotherapeuten geven hun oordeel vaak op basis van onduidelijke vuistregels in plaats van diagnostische criteria.
De onderzoekers bekeken 1000 kinder- en jeugdpychiaters en -psychotherapeuten. 473 daarvan ontvingen één van in totaal vier casussen en werden gevraagd om hun diagnose en advies voor een behandeling te geven. Maar in één van de vier gevallen voldeed de casus aan de ADHD-criteria. Bovendien werd aan de casussen toegevoegd of het om een jongen of meisje ging.
Prototypische ADHD'er Veel therapeuten bleken af te gaan op prototypische symptomen, zoals motorische rusteloosheid, concentratiegebrek en impulsiviteit. Ook het geslacht bleek een rol te spelen: jongens met deze symptomen kregen vaker het etiket ADHD opgeplakt dan meisjes, zelfs als het in feite om dezelfde casus ging. Mannelijke psychiaters gaven vaker de diagnose ADHD dan hun vrouwelijke collega’s.
Meetinstrument
Hoewel er steeds vaker ADHD vastgesteld wordt, wordt er weinig onderzoek naar gedaan. Deze resultaten laten zien dat er een betrouwbaarder meetinstrument moet komen om verkeerde diagnoses te voorkomen. Het is cruciaal dat therapeuten niet alleen op hun intuïtie vertrouwen, maar zich houden aan vastgestelde diagnostische criteria. Dit kan het beste met behulp van gestandaardiseerde instrumenten, zoals diagnostische interviews.
- Medical News Today