'Weeënremmers kunnen beter niet gebruikt worden'

Getty Images

UTRECHT - Ernstige complicaties zijn zeldzaam bij het gebruik van weeënremmers, maar sommige combinaties van weeënremmers kunnen toch beter niet gebruikt worden. Dat concluderen gynaecologen van het UMC Utrecht samen met Nederlandse en Belgische collega's.

Ze publiceren hierover in het tijdschrift British Medical Journal van zaterdag 14 maart. Voor het onderzoek analyseerden ze bijna 1920 zwangerschappen waarin een dreigende vroeggeboorte met medicijnen is uitgesteld. Doel van de studie was het opsporen van ernstige complicaties bij het gebruik van weeënremmers.

Gevaarlijke complicaties bleken weinig voor te komen. Slechts in 14 gevallen vond een ernstige bijwerking plaats. Maar het gebruik van bepaalde typen weeënremmers, en van meerdere typen tegelijk, vergroot de kans op complicaties sterk.

Complicaties
Bij ernstige complicaties moeten vrouwen in het ziekenhuis opgenomen blijven en kunnen ze soms zelfs overlijden. Voorbeelden zijn ernstige bloeddrukdaling, longoedeem, extreme kortademigheid of een heftige allergische reactie.

Gynaecologen gebruiken weeënremmers als geboorte dreigt tussen de 25ste en de 34ste week van de zwangerschap. Dr. Roel de Heus, gynaecoloog in opleiding bij het UMC Utrecht: "Een combinatie van weeënremmers is niet bewezen effectiever dan een los medicijn dat eventueel vaker gegeven wordt. Maar uit ons onderzoek blijkt dat de combinatie wel de kans vergroot op complicaties, vandaar dat wij het gebruik daarvan afraden."

Baarmoederontspannend effect
Veel weeënremmers hebben eigenlijk een ander doel, bijvoorbeeld pijnstilling of bloeddrukverlaging. Omdat ze ook een baarmoederontspannend effect hebben, worden ze ingezet als weeënremmer. Het zijn vooral deze medicijnen die complicaties kunnen veroorzaken.

Een goed alternatief lijkt het middel atosiban, dat speciaal is ontwikkeld om weeën te remmen. Nadeel van het middel is dat het veel duurder is en dat er nog geen onderzoek is geweest naar de effectiviteit van atosiban. Onderzoeker De Heus pleit dan ook voor zo'n onderzoek.

Auteur 
Bron 
  • UMC Utrecht