Onderzoek toont aan dat bijna 9 op de 1000 mensen last hebben van een chronische darmontsteking. Dat is fors meer dan de huidige schattingen. Dit is één van de uitkomsten van een grootschalig onderzoek van het Maastricht UMC+.
Het Maastrichtse ziekenhuis bracht, samen met Orbis MC en Atrium MC, jarenlang gegevens in kaart van duizenden Zuid-Limburgse patiënten met de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa. De langlopende studie geeft voor het eerst in Nederland een betrouwbare weergave van beide ziektebeelden en werd recent beschreven in het International Journal of Epidemiology.
De ziekte van Crohn en colitis ulcerosa zijn de twee voornaamste vormen van chronische darmontsteking en worden meestal afgekort tot IBD (inflammatory bowel disease). Deze ziektes komen vaak al op relatief jonge leeftijd (tussen 15-30 jaar) voor en hebben in veel gevallen een grote, negatieve impact op de kwaliteit van leven. Patiënten zijn vermoeid en hebben vaak last van buikpijn, gewichtsverlies en chronische diarree. De aanhoudende klachten kunnen zorgen voor grote belemmeringen in het dagelijks leven en het is niet ongebruikelijk dat patiënten bijvoorbeeld vroegtijdig arbeidsongeschikt worden verklaard. Het ziekteverloop van IBD is moeilijk van patiënt tot patiënt te voorspellen en de verschillende behandelingen die er zijn, zijn lang niet bij iedere patiënt even effectief.
Meer dan gedacht
Om een beter inzicht te krijgen in het verloop van deze darmziektes heeft het Maastricht UMC+ samen met de ziekenhuizen van Sittard en Heerlen het zogeheten IBD Zuid-Limburg cohort opgezet. Daar zijn inmiddels 1675 patiënten met colitis ulcerosa en 1162 patiënten met de ziekte van Crohn in opgenomen, nagenoeg alle IBD-patiënten in Zuid-Limburg sinds 1991. Uit deze grote hoeveelheid gegevens blijkt onder andere dat IBD veel vaker voorkomt dan aanvankelijk altijd werd gedacht. Huidige schattingen gaan uit van ongeveer 2 patiënten per 1000 mensen, maar dat blijkt volgens de nieuwe gegevens meer dan vier keer zo hoog te zijn. Per jaar komen er ongeveer 70 nieuwe patiënten per 100.000 inwoners bij, ook dat getal is veel hoger dan altijd wordt aangenomen.
Individuele aanpak
Uiteindelijk willen de onderzoekers toewerken naar een betrouwbare diagnose en betere behandeling van IBD. "Iedere patiënt heeft namelijk een andere zorgbehoefte", zegt projectleider en MDL-arts Marieke Pierik. "Het stellen van de definitieve diagnose neemt veel tijd in beslag en het kan vaak maanden duren voordat duidelijk is of een medicijn of operatie enig effect heeft. We gaan nu onder meer onderzoeken of er verschillende patiëntgroepen gedefinieerd kunnen worden. Zo kunnen we veel beter inschatten of een patiënt wel of niet zal reageren op een bepaalde behandeling." Op die manier werken de wetenschappers aan een geïndividualiseerde aanpak voor iedere patiënt, die op den duur gezondheidswinst en kostenbesparingen kunnen opleveren.
- Maastricht UMC+