Aangepast schoolplein zorgt voor meer beweging

Getty Images

Op een schoolplein waar alle leerlingen de ruimte hebben om te spelen, bewegen kinderen veel meer. En als de juffen en de meesters meedoen, wordt iedereen nóg enthousiaster. Dit zijn een paar conclusies uit het promotieonderzoek van Mirka Janssen van het VUmc.

Elk kind zou een uur per dag matig intensief moeten bewegen, volgens de Nederlands Norm voor Gezond Bewegen, wat gelijk staat aan een uur stevig doorwandelen. Het speelkwartier alleen is dus te kort, maar voor veel kinderen is dat het enige moment op de dag waarop zij bewegen.

Bewegingsprogramma

VU Medisch centrum en de Hogeschool van Amsterdam ontwikkelden daarom het bewegingsprogramma PLAYgrounds. PLAYgrounds richt zich op twee zaken: het fysiek aanpassen van het schoolplein en het gebruik van het schoolplein zelf. Het schoolplein wordt ingedeeld in speelvelden, zodat iedereen de ruimte krijgt. Daarnaast zorgen aangepaste pauzeroosters voor meer speelruimte.

Ook krijgt elke klas spelmateriaal, is er tijdens de gymles meer aandacht voor spelletjes en sporten die ook op het schoolplein te doen zijn en krijgen de leerkrachten een actievere rol.

Extra actief

Mirka Janssen voerde dit programma uit op vier scholen. Vier andere scholen waar het programma niet draaide, dienden als controle. Door het schoolpleinprogramma verdubbelde het percentage leerlingen dat voldoende beweegt tijdens het speelkwartier van 38,7 procent naar 77,3 procent. Juist de meisjes en de kinderen van 10 tot 12 jaar, die vaak minder bewegen tijdens het speelkwartier, worden door het schoolpleinprogramma extra actief.

Bewegingswetenschapper Mirka Janssen promoveert op 28 november 2014 bij VUmc.

Bron 
  • VU medisch centrum