Een slechte nachtrust lijkt in verband te staan met het krimpen van de grijze stof in de hersenen in de loop van de tijd. Dat blijkt uit een onderzoek aan de University of Oxford en University of Oslo.
Bij bijna alle ouderen die slecht slapen vonden onderzoekers versnelde achteruitgang in drie hersengebieden. Het ging hierbij om de kwaliteit van de slaap en niet zo zeer een slaaptekort. Problemen met inslapen, 's nachts wakker worden of te vroeg wakker worden vallen wel onder slecht slapen.
Het is onduidelijk of de slaapproblemen leiden tot veranderingen in de hersenen of dat juist het krimpen van de hersenen leidt tot slechter slapen. Het kan ook zijn dat het alle twee een beetje gebeurt.
Herstel
"We slapen ongeveer een derde van ons leven", aldus onderzoeker Claire Sexton. "Slaap wordt ook wel gezien als de huishoudster van de hersenen: het herstelt en repareert de hersenen. Als de slaap wordt verstoord, dan zullen deze herstelwerkzaamheden ook minder effectief gaan. Hierdoor kan het volume van de hersenen dus afnemen. Maar slecht slapen door hersenveranderingen is net zo aannemelijk."
Voor het onderzoek bestudeerde Sexton samen met collega's de hersenen van 147 Noorse volwassen met een gemiddelde leeftijd van 54 jaar. De hersenscan werd 3,5 jaar na de start van het onderzoek herhaald. Ten tijde van de tweede scan vulden de deelnemers ook vragenlijsten in over de kwaliteit van hun nachtrust.
Resultaten
Bij de proefpersonen die slecht sliepen vonden de onderzoekers krimp in een deel van de frontale cortex en een afname van weefsel in drie hersengebieden betrokken bij redeneren, plannen, geheugen en het oplossen van problemen. Het cognitieve geheugen van de deelnemers is niet getest. Dus het onderzoek toont niet aan of slecht slapen ook daadwerkelijk invloed heeft op de cognitie. Eerder onderzoek toonde wel een verband tussen afname in hersenvolume en verminderd geheugen.
De resultaten zijn gepubliceerd in het tijdschrift Neurology.
- WebMD
