UTRECHT - Onderzoekers van het UMC Utrecht hebben genetische verschillen ontdekt tussen gezond en ziek slokdarmweefsel. Dit maakt vroege opsporing makkelijker en biedt aanknopingspunten voor een nieuwe behandeling.
Onderzoekers analyseerden weefsel van 25 patiënten met een voorloper van slokdarmkanker (het syndroom van Barrett). Ze vergeleken gezond met aangedaan weefsel. Uit de vergelijking blijkt dat een klein stukje genetisch materiaal, microRNA-145, een sleutelrol speelt bij het ontstaan van kwaadaardige cellen.
De onderzoekers bevestigden dit door microRNA-145 te injecteren in gezonde slokdarmcellen. Deze cellen bleken zich daarna te ontwikkelen tot kwaadaardige cellen.
Test
Het betekent dat de aanwezigheid van het stukje genetisch materiaal als test ingezet kan worden om de kwaadaardigheid van slokdarmweefsel aan te tonen. Het biedt ook aanknopingspunten voor nieuwe medicijnen. Het manipuleren van microRNA-145 zou mogelijk kunnen helpen bij de aanpak van slokdarmkanker, of wellicht kunnen voorkomen dat een voorstadium zich ontwikkelt tot volledige kanker.
Nieuwe behandelingen
"Groter onderzoek bij meer patiënten is nodig om te bepalen of slokdarmkanker inderdaad eerder opgespoord kan worden via dit microRNA", legt Jantine van Baal uit. Zij is eerste auteur van het artikel.
Maag-, darm-, leverarts Peter Siersema begeleidde het onderzoek. "Omdat microRNA’s goed geblokkeerd kunnen worden, is het erg interessant dat we een microRNA gevonden hebben dat een rol speelt bij het ontstaan van de ziekte. Misschien kan remmen van microRNA’s een hele nieuwe vorm van kankerbehandelingen worden."
- UMC Utrecht