Van PSA-test tot gen knock out
Hoe eerder kanker wordt ontdekt, hoe groter de kans op genezing. Gelukkig zorgen nieuwe opsporingsmethodes dat kanker steeds eerder wordt gevonden.
Zo wordt dankzij computertechnologie de diagnose voor borstkanker verbeterd. Verder zorgt de ontdekking van nieuwe (eigenschappen van) genen dat ook andere kankersoorten, zoals prostaatkanker, eerder en met veel meer zekerheid kan worden vastgesteld. Dat is mooi, want de kans op overlijden als gevolg van kanker daalt daardoor.
Risicogroepen
Kanker is op te sporen voordat het klachten veroorzaakt. Dat is belangrijk, omdat juist dan de kans op genezing het grootst is. Sommige mensen horen op basis van hun leeftijd, erfelijkheid of omstandigheden bij een risicogroep voor een bepaalde kankersoort.
Het is daarom belangrijk juist deze mensen uit voorzorg te onderzoeken. Denk daarbij aan het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker voor vrouwen boven de 30. Het zogenaamde uitstrijkje.
Computersysteem bij borstkanker
Het bevolkingsonderzoek naar borstkanker heeft in twintig jaar gezorgd voor 20 procent minder sterfgevallen (800 per jaar). De laatste jaren is de kwaliteit van de foto dankzij digitalisering aanzienlijk verbeterd.
In het UMC St. Radboud in Nijmegen wordt gewerkt aan de ontwikkeling van een computersysteem, dat de duizenden digitaal opgeslagen borstfoto's met elkaar vergelijkt (Computer Aided Diagnosis). Na vergelijking interpreteert de software bij iedere foto of er sprake kan zijn van borstkanker.
Een groot voordeel hierbij is dat de computer geen last heeft van vermoeidheid. Deze kan vele foto’s na elkaar beoordelen. Een radioloog kan een foto, bijvoorbeeld omdat hij/zij moe is, fout interpreteren. Hoe meer foto’s er in het systeem zitten, hoe groter de kans op een juiste beoordeling door de computer.
Dit betekent trouwens niet dat de computer het helemaal gaat overnemen. De radioloog wordt ondersteund door de computer en krijgt daardoor meer tijd voor de beoordeling van specifieke gevallen. De kans op vroegtijdige ontdekking én genezing van borstkanker wordt hiermee in ieder geval aanzienlijk groter.
Onderzoek bij prostaatkanker
Bijna 7000 mannen krijgen jaarlijks te horen dat zij prostaatkanker hebben. Hiermee is het de meest voorkomende vorm van kanker bij mannen.
Bij het huidige onderzoek naar prostaatkanker wordt aan de hand van een zogenaamde PSA-test (Prostaat Specifiek Antigen) gemeten of er een verhoogde concentratie PSA in het lichaam aanwezig is. Na onderzoek blijkt dit in 80 procent van de gevallen echter niet op prostaatkanker te wijzen.
Momenteel wordt een nieuwe methode in de praktijk getest. Deze test is gebaseerd op een nieuw gen (erfelijk materiaal), dat door onderzoekers van de Katholieke Universiteit Nijmegen werd ontdekt: het PCA3-gen.
Het blijkt dat dit gen in prostaatkankercellen 100 keer meer voorkomt dan in gezonde prostaatcellen. Hiermee kan dus met veel meer zekerheid gezegd worden of iemand prostaatkanker heeft. Als de test slaagt, is er een betere opsporingsmethode gevonden en zijn veel overbodige behandelingen te voorkomen.
Tumoren sneller aantonen
Oudere methodes voor het opsporen van kanker zijn gebaseerd op het zoeken naar (te) veel veranderingen in de genen. Vanaf de jaren negentig is langzamerhand duidelijk geworden dat slechts 5 procent van alle kanker op deze manier ontstaat.
Veel vaker worden tumoren veroorzaakt doordat het lichaam genen aan en uit zet in bepaalde lichaamscellen. Dat proces heet methylering. Biotechnologiebedrijven brengen tests op de markt - met technieken op basis van dat proces - waarmee kanker sneller kan worden opgespoord.
Gen knock out
Onderzoekers van het Nederlands Kankerinstituut ontdekten enkele jaren geleden vijf nieuwe genen die een rol spelen bij het ontstaan van kanker. Eerder ontwikkelden zij een methode waarmee genen uitgeschakeld kunnen worden.
Door deze 'gen knock out' kan bepaald worden wat bepaalde genen doen. En zo ontdekten zij ook deze nieuwe genen. In de toekomst kunnen met deze techniek meer genen worden opgespoord die kanker veroorzaken. Ook kan dit helpen bij het ontwikkelen van nieuwe behandelingsmethoden voor kanker.
Beperk de risico's
Nieuwe opsporingsmethodes zorgen voor een snellere ontdekking van kanker en meer kans op genezing. Maar voorkomen is natuurlijk altijd nog beter dan genezen! Het krijgen van kanker is nooit helemaal uit te sluiten, maar de risico’s zijn wel te verminderen.
Met minstens een half uur per dag bewegen, gezonde voeding, niet roken en matig of niet drinken, zorg je dat de kans behoorlijk kleiner wordt, zélfs als het erfelijk is. Een gezonde leefstijl kan sowieso geen kwaad, want hiermee verlaag je ook de kans op overgewicht, hart- en vaatziekten en diabetes.