Geringe cognitieve problemen verhogen de kans op dementie flink. Dat blijkt uit een grote Rotterdamse studie onder gezonde 55-plussers.
Meer dan vierduizend mannen en vrouwen deden als vrijwilliger mee aan dit deel van het ERGO-onderzoek, een langlopend bevolkingsonderzoek van het Erasmus MC onder bewoners van de Rotterdamse wijk Ommoord.
Mensen met geringe cognitieve problemen bleken een één tot vier keer zo grote kans te lopen op dementie, inclusief de ziekte van Alzheimer, in vergelijking met gezonde ouderen. Bij dit soort problemen kan iemand normaal functioneren, maar heeft diegene wel last van een minder goed werkend geheugen of bijvoorbeeld taalproblemen, of kan men eenvoudige handelingen als koffie zetten niet meer goed uitvoeren.
Mild Cognitive Impairment
Geringe cognitieve problemen worden gezien als een tussenfase tussen gezond verouderen en dementie. Artsen noemen dit MCI: Mild Cognitive Impairment. Het onderzoek laat zien dat mensen met MCI vaker afwijkingen op MRI-afbeeldingen van de hersenen hebben, zoals laesies in de witte stof en kleine herseninfarcten.
Tijdig ingrijpen
Uit het Rotterdamse onderzoek bleek dat een op de tien deelnemers deze geheugenproblemen had. Dit wil niet zeggen dat al deze mensen dementie krijgen. Wel is hun kans op de aandoening verhoogd. "Het is belangrijk om mensen die een verhoogde kans op dementie lopen tijdig te identificeren. Als we weten wie meer risico loopt, kunnen we proberen de ziekte uit te stellen of zelfs te voorkomen. Dat kan door invloed uit te oefenen op de factoren waar we wel grip op hebben”, licht Arfan Ikram, neuro-epidemioloog toe.
Risicofactoren
Het onderzoek bracht ook diverse risicofactoren voor geringe cognitieve stoornis aan het licht, waaronder: ouder worden, een lage cholesterolwaarde, roken, en een beroerte hebben gehad (CVA of herseninfarct).
- Erasmus MC