Patiënten die bij een hartaanval ook een bloeding of kneuzing in de hartspier hebben, ontwikkelen vaker ernstige complicaties zoals hartfalen. Met deze wetenschap hopen onderzoekers in de toekomst erge schade te kunnen voorkomen.
Professor Colin Berry van de University of Glasgow bestudeerde samen met zijn team 200 patiënten in de uren, weken en maanden na een hartaanval. Het onderzoek is mede mogelijk gemaakt door The British Heart Foundation en de eerste voorzichtige resultaten zijn gepresenteerd op de jaarlijkse conferentie van de Britsh Cardiovascular Society in Manchester.
Onderzoek
Uit het onderzoek bleek dat patiënten die tekenen van een bloeding hadden in hun hartspier in de tijd na de hartaanval vaker ernstige complicaties ontwikkelen dan patiënten zonder deze schade. "Deze kennis kan artsen helpen bij het bepalen van een behandeling en hoe lang een patiënt in de gaten gehouden moet worden", aldus Berry.
Hij denkt dat de bloedingen deels veroorzaakt worden door de bloedverdunners die patiënten vaak krijgen voorgeschreven bij een hartaanval. De kleine bloedvaten in het hartspierweefsel kunnen echter ook uit zichzelf geblokkeerd raken, waardoor ze gaan lekken. Volgens de wetenschapper hebben ongeveer de helft van de hartaanvalpatiënten een bloeding of kneuzing in het hart. Niet al deze patiënten ontwikkelen echter hartfalen.
Vervolg
De uitkomst verklaart volgens Berry mogelijk waarom patiënten die een succesvolle behandeling van de hartaanval hebben ondergaan, uiteindelijk toch complicaties krijgen. "We weten dat bloeding in de hartspier een negatieve complicatie is die we willen voorkomen."
In vervolgonderzoek kijkt hij nu samen met zijn onderzoeksteam of er manieren zijn waarop patiënten met een ernstige hartaanval beter behandeld kunnen worden. Een mogelijkheid die onderzocht wordt, is het injecteren van bloedverdunnende medicijnen direct in de bloedvaten van het hart, in plaats van in een ader.
- BBC