Tweede boostervaccinatie tegen COVID-19
Mensen van 70 jaar en ouder, verpleeghuisbewoners en mensen met een ernstige immuunstoornis moeten drie maanden na hun boosterprik een tweede boostervaccinatie tegen COVID-19 kunnen krijgen. Dat adviseert de Gezondheidsraad.
Een extra booster voor de rest van de volwassenen is op korte termijn niet nodig, aldus de adviesraad. Het advies is vrijdag aangeboden aan de minister van VWS.
Gezondheidswinst gering
Volgens de Gezondheidsraad is een tweede booster niet nodig, omdat de omikronvariant minder ziekmakend is dan eerdere varianten en de besmettingsgolf neemt naar verwachting af. Voor de algemene bevolking is de verwachte gezondheidswinst door een tweede boostervaccinatie daarom gering.
Wel adviseert de raad om de meest kwetsbare volwassenen een tweede boostervaccinatie aan te bieden. Het gaat om mensen van 70 jaar en ouder, bewoners van verpleeghuizen, volwassenen met downsyndroom en volwassenen met een ernstige immuunstoornis. Dit is mede uit voorzorg. Er is grote onzekerheid over het verloop van het aantal besmettingen.
Kwetsbare groepen lopen een groter risico op ernstige ziekte en een deel van hen heeft de eerste booster zo’n drie maanden geleden gekregen, waardoor de bescherming inmiddels is afgenomen. Daardoor zou een toename in het aantal besmettingen toch tot ziekenhuisopnames kunnen leiden onder deze groepen, ondanks dat omikron mild is.
- Gezondheidsraad