Huisartsen zijn niet alert genoeg op dierenziektes die over kunnen slaan op mensen. Dat bepleiten meerdere deskundigen, waaronder dierenarts en microbioloog Paul Overgaauw de van de Universiteit van Utrecht en Joke van der Giessen, veterinair microbioloog bij het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM).
In tegenstelling tot dierenartsen, zijn huisarten zich vaak niet bewust van de virussen die mensen van dieren overnemen, meent Overgauw. 'Het kan zin hebben dat huisartsen aan patiënten vragen of ze zich door de hond in het gezicht laten likken, de hond bij hen in bed ligt of rauw vlees krijgt. Dat kunnen allemaal bronnen van virussen zijn.’
Overleg
De deskundigen vinden dat er een beter overleg moet komen tussen tussen huis- en dierenartsen. Dit is officieel nog niet geregeld, vertelt onderzoeker Marga Goris van het Academisch Medisch Centrum. Goris: 'Er bestaat wel al een online-platform Onehealth dat beide beroepsgroepen met elkaar in contact brengt. Maar het zou heel goed zijn als er meer contact komt.'
Klein deel
Van alle mensen die bij de huisarts komen, is er maar een klein deel besmet door een dier. ‘De vraag is dan ook of het wat oplevert als je er een extra programma op zou zetten’, vertelt coördinator infectieziekten Jeannine Hautvast van het Radboud UMC. ‘Zeker is dat sinds de Q-koorts - die overgedragen wordt door katten - er wel meer alertheid is.’
- De Gelderlander