UTRECHT - Adolescenten die zich aanhoudend blijven identificeren met onconventionele jeugdsubculturen, zoals alto’s of metalheads, vertonen meer probleemgedrag dan doorsnee-jongeren. Dat blijkt uit een onderzoek van de Universiteit Utrecht.
In onderzoeken is het gebruikelijk om twee soorten jeugdsubculturen te onderscheiden: de conventionelen en de onconventionelen. De conventionelen zijn bijvoorbeeld de doorsnee-jongeren, sportievelingen, kakkers en studiebollen. Met de onconventionelen worden onder andere metalheads, hiphoppers en alto’s bedoeld.
Depressie Suzan Doornwaard en haar collega’s onderzochten de identificatie met deze groepen en de ontwikkeling van deze identificatie gedurende de adolescentie. Vier jaar lang volgden ze in totaal iets meer dan 1300 voornamelijk Nederlandse jongeren.
Volgens de onderzoekster lopen vooral de jongeren die zich tot de onconventionele subculturen rekenen, en zich gedurende de jaren sterk blijven identificeren met deze groepen, een groter risico op probleemgedrag. Doornwaard: "Dat probleemgedrag kan bijvoorbeeld bestaan uit agressief gedrag, maar ook uit depressie en gevoelens van angst."
Blijvende identificatie Gemiddeld identificeren jongeren zich in de loop der jaren steeds minder met onconventionele jeugdsubculturen. Dit in tegenstelling tot identificatie met de conventionele groepen.
"Sommige jeugdsubculturen kunnen later in de adolescentie relevanter worden. Studiebollen bijvoorbeeld gaan veelal na hun middelbare school een studie volgen: identificatie met de groep studiebollen blijft daardoor bestaan en neemt gemiddeld zelfs toe, zegt Doornwaard.
Angstige studiebol In tegenstelling tot jongeren die zich sterk en aanhoudend met onconventionele jeugdsubculturen identificeren, vertonen jongeren die zich tot de conventionele groepen rekenen gemiddeld minder probleemgedrag.
Van de vier subgroepen is er wel een die hiervan afwijkt: de studiebollen. Doornwaard: "De adolescenten die zich sterk blijven identificeren met de groep studiebollen rapporteren meer angstproblemen." Een mogelijke reden hiervoor is dat het op de middelbare school niet als 'cool' wordt gezien om veel te leren en hoge cijfers te halen.
De resultaten van het onderzoek zijn verschenen in het tijdschrift Developmental Psychology.
- Universiteit Utrecht