Relatief weinig keizersneden in Nederland

Getty Images

In Nederland komt 17 procent van de baby’s met een keizersnede ter wereld. Dat is een lager percentage dan in de meeste Europese landen. Dat betekent dat er geen consensus is over best practices als het gaat om verloskunde. Dit blijkt uit een onderzoek van Euro-Peristat, een Europees samenwerkingsverband.

De kans op een keizersnede is groter bij een aantal categorieën: eerste kindjes, vrouwen die al een keer een keizersnede hebben gehad, meerlingen en stuitliggingen. Uit deze studie blijkt voor het eerst dat er in de praktijk grote verschillen zijn tussen de onderzochte landen als het gaat om de toepassing van de keizersnede.

Bij meerlingen volgt er bijvoorbeeld in Noorwegen, IJsland, Finland en Nederland bij minder dan de helft van de gevallen een keizersnede. In landen als Malta en Cyprus ziet meer dan 90 procent van de meerlingen het levenslicht na een keizersnede.

Ander voorbeeld: de stuitligging. In Noorwegen en Finland haalt het aantal keizersneden de 75 procent niet, maar in Tsjechië, Duitsland, Italië, Cyprus, Luxemburg, Malta, Schotland en Zwitserland komt meer dan 90 procent van de baby’s na een stuitligging met de keizersnede ter wereld. Nederland zit in deze categorie met 76,1 procent in de middenmoot.

Thuis bevallen

In Nederland worden er vergeleken met andere Europese landen weinig keizersneden gedaan. Dat zegt niet alles over de kwaliteit van de verloskundige zorg, want de babysterfte is in Nederland redelijk hoog.

"Het gaat waarschijnlijk vooral om culturele verschillen. In Nederland hebben we ook goede eerstelijnszorg en dat helpt natuurlijk ook, want als je thuis bevalt, hoort een keizersnede niet tot de mogelijkheden. Vaak wordt gedacht dat een keizersnede veiliger is voor de baby, maar dat is nooit aangetoond. Toch zie je vaker dat ouders, zonder medische reden, kiezen voor een keizersnede. Dergelijke verzoeken worden ook in Nederland steeds vaker gehonoreerd", zegt Jan Nijhuis, hoofd van de afdeling Gynaecologie en Obstetrie van het Maastricht UMC+, en een van de mede-auteurs van het Peristat-artikel. 

Als duidelijk is waarom de verschillen tussen de onderzochte landen zo groot zijn, kan er gewerkt worden aan een soort best practice, om de zorg voor moeder en kind binnen Europa te optimaliseren. Het artikel over deze studie is gepubliceerd in An International Journal of Obstetrics and Gynaecology.
 

Bron 
  • Maastricht UMC+