Van eend tot hert of zwijn op je bord
Als het wildseizoen geopend is, zetten restaurants traditioneel veel wild op de kaart. En ook thuis komt er vaker een hertenbiefstukje op tafel. Maar hoe gezond is een stukje zwijn, hert, ree, eend of fazant op je bord? En is wild ook altijd echt wild?
Allereerst: de term wild is niet beschermd in de Nederlandse Warenwet. Als je verwacht dat een hert, zwijn of haas altijd vrij in de natuur rondliep voor het op je bord belandt, kom je bedrogen uit. Doordat de titel niet beschermd is, mag een gefokt dier, van een soort dat ook in de vrije natuur voorkomt, als wild verkocht worden. Supermarkten doen dit vaak. Hun vlees komt meestal van fokkerijen, die vaak in het buitenland gevestigd zijn. Een stukje hert kan bijvoorbeeld in Nieuw-Zeeland gefokt zijn en konijn kan uit België komen. Gefokt wild wordt net als koeien en varkens in een afgeschermde omgeving gehouden en gevoerd. Dat is een verschil met echt wild. Dat heeft in vrijheid geleefd in de natuurlijke habitat. Dit wild moest zichzelf voorzien van voedsel, is niet kunstmatig bijgevoerd en heeft geen medicatie of antibiotica toegediend gekregen.
Veilig wild eten
Restaurants, poeliers en particulieren kunnen echt wild rechtstreeks bij een jager kopen. En ook een zogenaamde 'wildbewerkingsinrichting', een EG-erkende poelier, mag dat. Voor een jager zijn geschoten wild aan hen mag verkopen, moet er onder andere een verklaring Wildhygiëne aanwezig zijn. Op deze verklaring staat of het dier er gezond uit ziet, of het afwijkingen heeft en door wie, waar en wanneer het dier geschoten is. Een deel van de verklaring wordt ingevuld door de jager, een ander deel door een 'gekwalificeerd persoon'. Een jager zelf is ook een gekwalificeerd persoon als hij of zij de cursus Wildhygiëne van de Stichting Jachtopleiding Nederland succesvol heeft afgerond.
Het wildseizoen loopt van 15 oktober tot 31 december
Dieren die via een erkend wildbewerkingsinrichting bij de consument komen, worden ook door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit gecheckt. Voor vlees van zwijnen is er nog een extra check. Zwijnenvlees wordt onderzocht op de Trichinella. Deze parasiet (worm) kan voorkomen in rauw varkensvlees, rauw paardenvlees of rauw vlees van wild zoals wilde zwijnen. Bij mensen kan de larve trichinellose veroorzaken. De eerste verschijnselen zijn koorts, buikpijn, diarree en misselijkheid. Ook oedeem (vocht vasthouden), jeuk en chronische spierpijn zijn klachten. In ernstige gevallen kunnen vermagering, uitdroging, hart- en ademhalingsproblemen en hersenontsteking optreden en kun je er zelfs aan overlijden. Vlees afkomstig uit Nederland vormt nauwelijks een risico, maar omdat je ernstig ziek kunt worden als je wel besmet raakt, wordt al het zwijnenvlees gecontroleerd. Door deze controles kun je wild veilig eten.
Mager en meer eiwit en goede vetten
Als je gaat voor het échte wild, kies je voor een dier dat in het bos heeft geleefd, zelf z’n eten bij elkaar zocht en lekker veel bewegingsruimte had. Dit wild is meestal magerder dan gewoon vlees en bevat over het algemeen veel eiwitten. Uit onderzoek is ook gebleken dat wild vlees minder verzadigd vet bevat dan gewoon vlees. Ook bevat wild meer meervoudig onverzadigde vetzuren zoals omega 3-vetzuren. Omega-3-vetzuren hebben een gunstige invloed op tal van risicofactoren voor hart- en vaatziekten. Ze gaan bijvoorbeeld ontstekingsreacties tegen en ze hebben een positief effect op het hartritme. Omega-3-vetzuren zijn gezond voor je hart en je bloedvaten. Gewoon vlees bevat nauwelijks omega-3-vetzuren.
Is wild vlees of gevogelte duurzaam?
Om te bepalen wat het effect van voedsel is op het milieu, wordt vaak gekeken naar de CO2-uitstoot. Van wild is de CO2-uitstoot in weinig wetenschappelijke studies onderzocht. Volgens onderzoek van Questionmark is de impact van wild vlees vergelijkbaar met die van kip en varkensvlees. En lager dan die van rundvlees. Qua CO2-uitstoot verschilt het dus niet zo van gewoon vlees. Jagen kan wel bijdragen aan de biodiversiteit. Jagers mogen niet zo maar al het wild afschieten dat ze zien. Steeds wordt er bepaald hoeveel wild er geschoten mag en moet worden. Natuurlijk wil je niet dat sommige soorten met uitsterven bedreigd worden maar te grote groepen wild zijn ook nadelig. Als wild niet in te grote groepen voorkomt, wordt er minder gegeten van planten en blijft er meer 'groen' over voor bijen en vlinders. Jacht is dan goed voor de biodiversiteit. Traditioneel gezien loopt het wildseizoen van 15 oktober tot 31 december. Dit is namelijk de periode waarop er op de meeste wildsoorten gejaagd mag worden.
Hoeveelheid vlees beperken
Grote hoeveelheden rood en bewerkt vlees worden door de Gezondheidsraad afgeraden, omdat de consumptie van rood vlees en bewerkt vlees een hoger risico geeft op beroerte, diabetes, darmkanker en longkanker. Daarom adviseert het Voedingscentrum de consumptie van rood vlees te bepekten tot maximaal 500 gram per week en bewerkt vlees zo min mogelijk te eten. Zwijn en hert horen bijvoorbeeld bij het rode vlees. Voor wild zijn geen speciale richtlijnen opgesteld.
Christel Vondermans is diëtist. Ze geeft graag praktische adviezen en begrijpelijke uitleg, zodat een gezonde leefstijl voor iedereen een stukje haalbaarder en leuker wordt.
- NVWA
- AVROTROS Radar
- Voedingscentrum
- Nederlandse Organisatie voor Jacht en Grondbeheer