Huisartsen met overgewicht verwijzen te zware patiënten minder vaak door voor dieetadvies dan slankere huisartsen. Dat blijkt uit een publicatie van onderzoekers van het NIVEL en de VU.
De resultaten zijn gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift BMC Obesity.
Huisartsen onder de 48 jaar spreken met zware patiënten minder vaak over gewicht dan hun oudere collega’s. En huisartsen die regelmatig contact hebben met een diëtist verwijzen patiënten vaker voor voedings- of dieetadvies. Niet geheel onverwacht blijken dikke dokters patiënten met ernstig overgewicht minder vaak te verwijzen naar een diëtist.
"Een huisarts met overgewicht functioneert op dit vlak natuurlijk ook minder als rolmodel voor zijn patiënten", stelt NIVEL-onderzoeker Cindy Veenhof. "Wellicht gelooft deze zelf niet in het effect van een dieet."
Ook veel jongere huisartsen grijpen pas in als het overgewicht al is toegenomen tot ernstig overgewicht (obesitas). Ongeveer de helft van de patiënten met obesitas wordt verwezen voor voedings- of dieetadvies.
De mate van overgewicht wordt afgemeten aan de Body Mass Index (BMI). Een BMI tussen de 18,5 en 25 is gezond. Tussen de 25 en 30 is er sprake van overgewicht en hierboven van ernstig overgewicht of obesitas.