Van de patiënten die voortijdig stoppen met het gebruik van hun geneesmiddel, doet 22 % dit zonder te overleggen met arts of apotheker.Dat blijkt uit een rapportage van het Meldpunt Medicijnen van DGV Nederlands Instituut voor verantwoord medicijngebruik. In de eerste twee jaar van het meldpunt hebben ruim 3.000 mensen een opvallende ervaring met een geneesmiddel gemeld.
Voor 25 % van de melders was de ervaring aanleiding om met het medicijn te stoppen. Zorgwekkend is volgens het meldpunt dat 22,1 % van de melders aangeeft het medicijngebruik eigenhandig te hebben veranderd, dan wel gestaakt, zonder overleg met arts of apotheker. In werkelijkheid ligt dit percentage waarschijnlijk nog hoger omdat van een derde onbekend is of zij dit al dan niet in overleg hebben gedaan.
Volgens Erik van Rijn van Alkemade, hoofd Transparantie & Voorlichting bij DGV, bevestigen de meldingen de resultaten van andere onderzoeken naar therapie (on)trouw. "Helaas blijkt opnieuw dat een relatief grote groep patiënten stopt met hun medicatie, of deze eigenhandig aanpast zonder overleg met arts of apotheker. Gelukkig blijkt ook dat bijna 80 % van de patiënten die hun ervaring bij het meldpunt meldt, hierover wel contact opneemt met hun arts of apotheker." Ruim 41 % van hen bespreekt dit met zijn huisarts, 40 % met zijn medisch specialist en 30 % met zijn apotheker.
De helft van de meldingen betrof (vermoede) bijwerkingen. Over sumatriptan en paroxetine kwamen verreweg de meeste meldingen, gevolgd door methylfenidaat en omeprazol. Alle melders van een bijwerking worden sinds oktober direct doorgelinkt naar het bijwerkingenformulier van het Nederlands Bijwerkingen Centrum Lareb. Dit heeft ertoe geleid dat de helft van de melders bijwerkingen ook aan het Lareb doorgeeft, waar voorheen een kwart van de melders dat deed. Volgens DGV heeft het meldpunt zich bewezen als een goede aanvulling op de meldingen die het Lareb krijgt.
Van Rijn wijst daarbij ook op ervaringen uit andere landen, dat bepaalde bijwerkingen alleen door patiëntenmeldingen aan het licht komen. Een voorbeeld is volgens Van Rijn het anti-epilepticum Vigabatrine. Veel gebruikers klaagden daarbij al jaren over gezichtsvelduitval, maar pas na het starten van een patiëntenmeldpunt werd dit breder belicht en werd het als een officiële bijwerking aangemerkt. DGV gaat de komende maanden de duizenden meldingen uitdiepen in deelrapportages, onder meer per groep medicijnen. De bedoeling is dat artsen en apothekers daar in de praktijk hun voordeel mee kunnen doen. Van Rijn: "Als bijvoorbeeld blijkt dat er erg veel meldingen zijn over een bepaald middel, kan dat voor artsen apothekers aanleiding zijn hun voorlichting aan patiënten aan te passen of om, bijvoorbeeld in FTO-verband, de keus van een middel te heroverwegen."
- Zorgkrant