AMSTERDAM - Patiënten met longkanker hebben een grotere overlevingskans door geïndividualiseerde therapie. Dat blijkt uit onderzoek van Joline Lind van het VUmc.
Longkanker is de meest voorkomende kankersoort ter wereld. Nieuwe zogenaamde 'targeted' therapieën zijn veilig en effectief, maar helaas reageren niet alle patiënten even goed op de nieuwe behandelwijzen.
Lind onderzocht daarom ook welke patiënt- of tumoreigenschappen kunnen voorspellen of patiënten baat hebben bij de middelen.
Niet alleen komt longkanker het meest voor; het is tevens de belangrijkste oorzaak van met kanker samenhangende sterfte bij zowel mannen als vrouwen. Helaas presenteert de ziekte zich bij het merendeel van de patiënten pas in het gevorderde stadium waarin de kanker op afstand is uitgezaaid.
Standaardbehandeling
Voor deze patiënten is vooralsnog geen curatieve behandeling voorhanden en is de prognose heel slecht. Tot voor kort bestond de standaardbehandeling uit chemotherapie. Hiermee is de gemiddelde overleving 8-12 maanden en zijn er na 1 jaar maar 33-46 procent patiënten in leven.
Recent onderzoek heeft geleid tot het ontwikkelen van nieuwe doelgerichte therapieën. De belangrijkste voor longkanker zijn de epidermale groeifactorreceptor (EGFR) remmers en de angiogeneseremmers.
Veiligheid
Door middel van een aantal klinische studies deed Lind onderzoek naar de veiligheid en effectiviteit van een aantal (combinaties) van deze nieuwe middelen bij patiënten met gevorderde longkanker.
De therapieën bleken effectief, maar niet bij alle patiënten. Lind zocht daarom ook naar patiënt- of tumoreigenschappen die voorspellen welke patiënten geholpen kunnen worden met welke middelen.
- VU medisch centrum
