Voorkennis helpt bij studeren

Getty Images

Om iets verrassends te onthouden gebruikt het brein een ander gebied dan voor informatie waarover al voorkennis beschikbaar is. Dat ontdekte Marlieke van Kesteren van de Radboud Universiteit Nijmegen in haar promotieonderzoek.

Van Kesteren onderzocht met hersenscantechnieken de invloed van voorkennis. Proefpersonen leerden nieuwe informatie of haalden informatie terug uit hun geheugen. Haar resultaten laten twee verschillende geheugenprocessen zien, gestuurd door verschillende gebieden.

Ze ontdekte dat de mediale prefrontale cortex (mPFC) informatie die bij de voorkennis past in een bestaand kennisschema opslaat. Informatie die niet past bij de aanwezige voorkennis, wordt verwerkt door de mediale temporale cortex (MTL).

​Grote lijnen
"Bovendien lijkt het erop dat de gebieden de informatie ook daadwerkelijk anders opslaan", zegt van Kesteren. "We denken dat de mPFC informatie direct relateert aan een schema, waardoor specifieke details kunnen verdwijnen. De MTL kan op zijn beurt niet-gerelateerde informatie juist gedetailleerder opslaan".

Nieuwe informatie die aansluit bij je voorkennis onthoud je dus goed, maar vooral in grote lijnen. Nieuwe informatie die in tegenspraak is met je bestaande kennis over een onderwerp onthoud je ook goed, misschien zelfs gedetailleerder.

​Onderwijspraktijk
Hoe nieuwe informatie zich relateert tot voorkennis is dus van cruciaal belang voor hoe deze informatie wordt opgeslagen in het brein. Door verder te onderzoeken hoe verschillende hersengebieden informatie opslaan, kunnen we beter begrijpen hoe en waarom specifieke informatie op een bepaalde manier wordt opgeslagen Die inzichten kunnen uiteindelijk worden toegepast in de onderwijspraktijk om het leren te verbeteren.

Bron 
  • Radboud Universiteit Nijmegen