Overleving na hartstilstand meer dan verdubbeld

Getty Images

De afgelopen decennia zijn de kansen op overleving bij een hartstilstand buiten het ziekenhuis flink gestegen. Midden jaren negentig was de overleving 9 procent, inmiddels is dit percentage gestegen tot gemiddeld 23 procent. Dat komt door door de inzet van vrijwilligers en door mobiele defibrillatoren (AED's), zo blijkt uit onderzoek van de Hartstichting.

De Hartstichting bracht het aantal hartstilstanden, reanimatiepogingen en het aantal overlevenden in zes Nederlandse regio’s (Breda, Limburg, Noord Holland, Twente, Gelderland-Zuid, Utrecht) in kaart.

Drie factoren blijken van grote invloed te zijn op de overleving bij een hartstilstand buiten het ziekenhuis: het hoge percentage omstanders dat start met reanimatie voor de aankomst van de ambulance (in 75 procent van de gevallen), het aansluiten van een AED en een schokbaar beginritme. Als er een schokbaar beginritme is, is de overleving gemiddeld 44 procent. In drie van de zes regio’s werd nader onderzoek gedaan naar de neurologische conditie van de gereanimeerde slachtoffers. Daaruit blijkt dat 90 procent van hen het ziekenhuis in een redelijke tot goede neurologische conditie verliet.

Meer vrijwilligers nodig

Toch zijn er nog meer burgerhulpverleners nodig: vrijwilligers die in geval van nood een buurtbewoner direct kunnen helpen. Reanimatie en de inzet van een AED binnen 6 minuten biedt de grootste kans op overleving. “We hebben nog 30.000 burgerhulpverleners nodig om slachtoffers van een hartstilstand binnen die cruciale 6 minuten hulp te kunnen bieden. Met name in de Randstad is de dekking nog onvoldoende. Daar blijven we ons voor inzetten”, zegt Floris Italianer, directeur van de Hartstichting.

Op dit moment staan 140.000 Nederlanders geregistreerd bij een van de twee oproepsystemen: Hartveilig Wonen en Hartslag Nu.

Bron 
  • Hartstichting