Het ziekteverzuim in het eerste kwartaal van 2022 kwam dit jaar uit op 6,3 procent. Het hoogste percentage dat het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) ooit heeft gemeten. In dezelfde periode van 2021 was het verzuim 4,8 procent.
Het hoogste verzuim werd gemeten in de gezondheids- en welzijnszorg: 8,9 procent. Dat wil zeggen dat van de duizend te werken dagen 89 werden verzuimd wegens ziekte. In de financiële dienstverlening lag het ziekteverzuim het laagst met 3,4 procent.
Verpleging, verzorging en thuiszorg
Voor het eerst werd ook binnen een bedrijfstak of branche een verzuim van meer dan 10 procent gemeten. Binnen de zorg werd in de verpleging, verzorging en thuiszorg een verzuim vastgesteld van 10,4 procent. Vorig jaar was dat 8,6 procent.
In de kinderopvang was het verzuim 10 procent. In die branche steeg het ziekteverzuim het snelst: van 6,9 procnt naar 10 procent. Ook onder huisartsen en bij gezondheidscentra steeg het aantal ziekmelders enorm: van 5,4 naar 9,7 procent.
Griep of verkoudheid
In de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA), eens per jaar uitgevoerd door CBS en TNO, noemen werknemers griep of verkoudheid als voornaamste reden voor hun verzuim, gevolgd door psychische klachten, overspannenheid en burn-out.
Er is ook onderzocht of het laatste gemelde verzuim in 2021 werd veroorzaakt door coronaklachten. Ruim 8 procent van de werknemers gaf aan thuis te zitten door coronaklachten in 2021. In 2020 was dat nog maar 2 procent.
Van alle werknemers gaf 24 procent aan nog nooit te hebben verzuimd.
- CBS