Slokdarmkanker succesvol behandelen zonder ingrijpende operatie: dat is in de toekomst steeds vaker mogelijk dankzij promotie-onderzoek in het UMC Utrecht.
Door gebruik te maken van geavanceerde scantechnieken wordt het effect van chemotherapie en bestraling voor het eerst nauwkeurig in beeld gebracht. Hierdoor kan op termijn bij een derde van de patiënten een operatieve verwijdering van de slokdarm worden voorkomen.
Operatie
Per jaar krijgen ongeveer 2500 mensen in Nederland de diagnose slokdarmkanker. Een groot deel van hen krijgt nu standaard eerst chemotherapie en bestraling om de tumorcellen zo veel mogelijk uit te schakelen. Daarna volgt een zware operatie waarbij de slokdarm wordt verwijderd. Maar uit onderzoek blijkt dat bij een derde van de patiënten de slokdarm geen tumorweefsel meer bevat na chemotherapie en bestraling.
"We willen patiënten niet onnodig zo’n zware operatie laten ondergaan," vertelt onderzoeker Peter van Rossum. "Met behulp van nieuwe scantechnieken kunnen we nu vooraf bekijken of die operatie nodig is. Hierdoor kan in de nabije toekomst overbehandeling worden voorkomen en krijgt de individuele patiënt een behandeling op maat."
Scantechnieken
Dankzij de scantechnieken kan ook tijdens de behandeling al worden onderzocht of de chemotherapie en bestraling goed aanslaat. Als dit niet het geval is, kan die behandeling worden gestaakt en worden besloten direct over te gaan tot verwijdering van de slokdarm. Door eerder te stoppen met de behandeling, wordt de patiënt lichamelijk minder belast en is die fitter voor de grote operatie.
Van Rossum deed onderzoek naar het gebruik van verschillende scan-technieken om de beste voorspelling te kunnen maken. Hiervoor werden MRI-scans en PET-scans gebruikt.
Bij een MRI-scan worden doorsneden van delen van het lichaam gedetailleerd in beeld gebracht met behulp van een zeer sterk magneetveld. Bij een PET-scan wordt vooraf een kleine hoeveelheid radioactief suiker in het bloed gespoten. Die suiker concentreert zich op de plekken waar de kankercellen zitten. Op de beelden van de PET-scan worden die suikers zichtbaar, waardoor kankercellen kunnen worden gesignaleerd.
Vervolg
Een MRI-scan blijkt in 80 tot 90 procent van de gevallen een betrouwbaar beeld te geven van het aantal overgebleven kankercellen na chemotherapie en bestraling. Bij de PET-scan is dat 70 procent.
Het onderzoek krijgt nu - in samenwerking met ziekenhuizen in Amsterdam, Groningen en Houston (Texas) - een vervolg, om de onderzoeksresultaten in een grotere groep patiënten te verifiëren en om te kijken of een combinatie van deze twee scans een nog betere uitkomst geeft. De verwachting is dat dan met nog meer zekerheid kan worden vastgesteld of het verwijderen van de slokdarm daadwerkelijk nodig is.
- UMC Utrecht