De symptomen van volwassenen met ADHD lopen sterk uiteen. Ook de oorzaken van ADHD bij volwassenen zijn divers. Dat blijkt uit een onderzoek van het Radboudumc.
ADHD komt niet alleen bij kinderen voor. Bijna drie procent van de volwassenen heeft de diagnose ADHD. Net als bij kinderen kenmerkt ADHD bij volwassenen zich door aandachtsproblemen, impulsiviteit en hyperactiviteit.
Jeanette Mostert en Marten Onnink onderzochten meer dan 130 volwassenen met ADHD en 130 volwassenen zonder ADHD. Op basis van hersenscans en cognitieve testen zagen zij dat er veel verschillen zijn tussen de patiënten in wat zij goed en minder goed kunnen. Geen enkel cognitief probleem was echter bij allemaal aanwezig.
Communicatie tussen hersengebieden
Uit MRI-beelden bleek dat hyperactiviteit en impulsiviteit samengaan met sterkere communicatie binnen hersennetwerken die betrokken zijn bij aandacht, controleren van emoties en onderdrukken van impulsen. Dit was zichtbaar als deelnemers rustig in de scanner lagen en niet aan iets specifieks dachten. De sterkere netwerkverbindingen tijdens rust verstoren mogelijk de reactie van deze netwerken op externe prikkels. De onderzoekers vonden in de MRI-beelden dat de verschillen tussen de volwassenen met en zonder ADHD echter klein waren, en niet geschikt zijn om per individueel geval ADHD te verklaren.
Een tweede manier om communicatie tussen hersengebieden te meten is om naar de verbindingen tussen hersencellen zelf te kijken. Marten Onnink deed dit door met een MRI te meten aan witte-stof banen. Deze zorgen voor de informatieoverdracht binnen de hersenen. Onnink kon aantonen dat veel van deze banen er anders uitzien bij mensen met ADHD, vooral in de hersenbalk, die beide hersenhelften met elkaar verbindt. Dit kan mogelijk een slechtere remming van impulsen verklaren. De beelden gaven een eerste aanwijzing voor afwijkende isolatie van de witte stof door myeline, een eiwit dat zorgt voor een snelle signaaloverdracht. Onnink: "Meer onderzoek kan uitwijzen of myeline echt betrokken is en mogelijk een doel kan zijn voor ingrijpen met behandelingen."
Cognitief functioneren
Jeanette Mostert verdeelde de volwassenen in subgroepen op basis van hun cognitief functioneren. Zij kon drie duidelijke subgroepen vinden: een groep die voornamelijk aandachtsproblemen heeft, een groep die bijzonder impulsief reageert, en een groep die problemen heeft met werkgeheugen en verbale functies. Interessant was dat zij dezelfde groepen ook vond bij de volwassenen zonder ADHD, maar dat bij hen de problemen minder extreem waren. Mosterts aanpak kan verder onderzoek naar de variatie tussen individuen met dezelfde diagnose en naar de neurobiologische oorzaken van ADHD vergemakkelijken.
Jeanette Mostert: "In de samenleving heerst het idee dat ADHD wordt overgediagnosticeerd, en dat hersenscans misschien kunnen helpen te bepalen wie er ‘echt’ ADHD heeft. Ons onderzoek laat zien dat dit niet zo makkelijk is, omdat de verschillen tussen patiënten groot zijn. Het lijkt wel alsof iedereen zijn eigen ADHD heeft."
Op 9 en 10 juni promoveren Jeanette Mostert en Marten Onnink in Nijmegen.
- Radboudumc