Autisme of een daaraan verwante stoornis komt volgens de ouders bij bijna 3 procent van de kinderen voor. Het komt twee keer zo vaak voor bij jongens als bij meisjes. Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek.
Bijna 3 procent van de kinderen van 4 tot 12 heeft volgens de ouders of verzorgers autisme of een aanverwante stoornis, zoals het syndroom van Asperger of PDD-NOS. Dat komt overeen met zo’n 43 duizend kinderen. Deze stoornissen komen meer dan twee maal zo vaak voor bij jongens als bij meisjes.
Leeftijd
Het aandeel neemt toe met de leeftijd. Van de 4- tot 7-jarige kinderen heeft bijna 1 procent volgens de ouders autisme of een aanverwante stoornis. Bij de 10- tot 12-jarigen komt het voor bij 7 procent van de jongens en 3,5 procent van de meisjes. De toename komt waarschijnlijk vooral doordat de diagnose pas later wordt gesteld.
Behandeling
Een deel van de kinderen met autisme of aanverwante stoornis wordt behandeld. Jongens worden ruim vier maal zo vaak behandeld als meisjes. Het aantal behandelingen neemt toe met de leeftijd, van 0,8 per honderd 4- tot 7-jarigen, tot 2,5 per honderd 10- tot 12-jarigen. In deze laatste leeftijdsgroep werd 4 procent van de jongens en 1 procent van de meisjes behandeld.
Vaker ADHD
Ouders rapporteerden in de periode 2011/2013 bij ruim 3 procent van de kinderen van 4 tot 12 jaar ADHD-symptomen, ofwel hyperactiviteit met aandachtsstoornis. Dit blijkt vaak samen te gaan met autisme of een aanverwante stoornis. Van de kinderen met autisme heeft 26 procent ADHD-symptomen, van de kinderen zonder autisme 2 procent.
- CBS