Jaarlijks sterven in Nederland tegenwoordig gemiddeld iets minder dan tien vrouwen tijdens de zwangerschap of bevalling. In 1950 waren dit er nog 241. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek donderdag.
De grootste afname vond vooral plaats in de periode tussen 1950 en 1970. Dat kwam mede door verbeterde prenatale zorg, verloskundige zorg en kraamzorg. Ook de invoering van de (orale) anticonceptie speelde een rol.
Leeftijd
De kans om te overlijden tijdens zwangerschap of bevalling is groter bij oudere vrouwen, aldus het CBS. In de periode 1998 tot 2012 overleden 182 vrouwen tijdens de zwangerschap of rondom de bevalling. Die vrouwen waren gemiddeld 31,9 jaar toen zij stierven. De jongste vrouw die dood ging was 18 jaar en de oudste 50.
Bij vrouwen tot en met 34 jaar overleden 5,2 vrouwen per 100.000 levend geboren kinderen. Bij vrouwen van 35 tot 40 jaar lag dat aantal op 10,7 vrouwen. Van de 182 overleden vrouwen tussen 1998 en 2012 had twee derde een Nederlandse herkomst. Onder hen was de sterfte 5,4 per 100.000 levend geboren kinderen. Onder niet-westerse allochtone vrouwen is de sterfte rond zwangerschap of bevalling met 11,5 per 100.000 een stuk hoger.
Oorzaken
De belangrijkste oorzaken van sterfte bij zwangerschappen en bevallingen waren hoge bloeddruk, complicaties tijdens het kraambed en al bestaande ziekten die de zwangerschap, bevalling en kraambed compliceerden.
- CBS