Baby’s van gestreste moeders hebben een minder gunstige samenstelling van darmbacteriën. Dat blijkt uit een onderzoek van de Radboud Universiteit.
De onderzoekers meetten stress en angst bij zwangere vrouwen door middel van vragenlijsten en het hormoon cortisol in speeksel. Daarnaast onderzochten ze ontlastingmonsters van 56 baby’s vanaf 7 dagen tot 4 maanden oud.
Variatie in microbiotia
Zowel de gerapporteerde stress van moeders als de cortisolniveaus bleken verband te houden met de variatie in de microbiota van de baby’s, zelfs nadat er in de analyses gecontroleerd werd voor borstvoeding en postnatale stress.
Moeders waarbij de ervaren stress én de cortisolniveaus hoog waren hadden baby’s met meer Proteobacteriën, minder melkzuurbacteriën en minder Actinobacterieen in hun microbiota. Dit kenmerkt een ongunstige samenstelling van de microbiota. Dit blijkt ook uit de samenhang tussen deze microbiota en meer darmklachten en allergische reacties bij de baby’s in deze onderzoeksgroep.
De onderzoekers wijzen er op dat de duidelijke samenhang die ze vinden niet verward moet worden met een causaal verband.
Ontwikkeling helpen
"We denken dat onze resultaten wijzen op een mogelijk werkingsmechanisme voor gezondheidsproblemen bij kinderen van gestreste moeders. Wellicht kunnen we deze kinderen helpen bij hun ontwikkeling door ze andere bacteriën te geven”, zegt Carolina de Weerth, hoogleraar ontwikkelingspsychologie aan het Behavioural Science Institute van de Radboud Universiteit.
De resultaten van het onderzoek verschenen in Psychoneuroendocrinology.
- Radboud Universiteit Nijmegen
