Hoe kun je vriendelijk maar beslist 'nee' zeggen?
Ja hoor, je hebt weer te snel ja gezegd toen iemand je iets vroeg. Waarom is het toch zo lastig om voor jezelf op te komen? In haar boek Iets met grenzen stellen legt Iris Posthouwer uit hoe dat komt én hoe je vriendelijk maar beslist ‘nee’ kunt zeggen.
“Mag ik even voor, de parkeermeter loopt bijna af!” Voor je kunt antwoorden is je plaatsje in de rij al ingenomen. Of je maakt net aanstalten om je computer af te sluiten zodat je op tijd weg kunt voor een etentje, als een collega ineens naast je bureau staat: “Zou je nog héél even…” En bij de kapper vroeg je toch echt om alleen de puntjes eraf te knippen, maar die zegt misprijzend dat er minstens vijf centimeter af moet en zet meteen de schaar erin. O ja, terwijl je net hebt gezegd dat je geen alcohol meer drinkt, krijg je op een feestje toch een glas wijn in je handen gedrukt: “Doe niet zo ongezellig!”
Gaat er een belletje rinkelen? Dit zijn stuk voor stuk voorbeelden van situaties waarin aan je grenzen wordt gerommeld. Soms besef je pas wat er gebeurde als het moment van adequaat reageren al voorbij is. Andere keren reageer je wel meteen, maar is je toon zo scherp dat de ander in de verdediging schiet. Wat zou het fijn zijn om je grenzen beter te kunnen bewaken en tegengas te kunnen geven zonder stekelig te worden… We vragen trainer, coach en auteur Iris Posthouwer hoe je dat aanpakt.
Waarom is het zo lastig om grenzen aan te geven?
“Omdat we nu eenmaal supersociaal gebakken zijn. Dat is allemaal terug te voeren op de oertijd, toen mensen in clans leefden. Als je buiten je groep viel, was je ten dode opgeschreven. Het was dus zaak om heel alert te zijn op sociale tekens. Nog altijd zijn we ons hyperbewust van hoe we in de groep liggen, hoe anderen ons zien, of we geen gezichtsverlies lijden. We willen graag geaccepteerd worden door de mensen om ons heen, we verlangen naar hun goedkeuring. Afwijzingen, hoe klein ook, komen harder binnen dan we willen toegeven. Zeker als het gaat om afwijzingen van mensen die je na staan. Al zeg je nog zo stoer dat het je niets doet, uit allerlei onderzoeken blijkt dat afwijzing iedereen pijn doet.”
We verlangen nu eenmaal naar de goedkeuring van de mensen om ons heen
Dus stemmen we liever in?
“Het voelt nu eenmaal fijner om ‘ja’ te zeggen en klaar te staan voor anderen. Letterlijk. Iets goed doen voor een ander activeert het beloningssysteem in de hersenen. Dat maakt vervolgens dopamine aan, een stof die een golf van geluksgevoel veroorzaakt. Dit fijne gevoel is verslavend, dus stem je nog vaker in met wat er van je gevraagd wordt. Hoe vaker je dat doet, hoe lastiger het wordt om je eigen grenzen nog goed aan te voelen. Maar tegelijkertijd heb je ook je eigen behoeften, en daar ligt die spanning. Je hebt bijvoorbeeld helemaal geen zin of tijd om te helpen bij de verhuizing van je nicht, maar ja, straks vinden ze je asociaal. En dat nichtje heeft jou onlangs wel geholpen met iets anders. Weliswaar was dat minder moeite, maar toch… Uit angst de ander te kwetsen of jezelf als boeman neer te zetten, geef je dan toe.”
Hebben vrouwen en mannen daar in dezelfde mate last van?
“Vrouwen hebben meer last van de disease to please, de neiging om andermans wensen boven die van henzelf te zetten. De opvoeding draagt daar ook aan bij. Kinderen worden geacht zich aan bepaalde regels te houden. Logisch, maar die regels zijn diffuus en niet voor iedereen hetzelfde. Meer dan bij jongens wordt van meisjes verwacht dat ze lief, voorkomend en gehoorzaam zijn. Niet zo gek dat veel vrouwen aardig gevonden willen worden en zich vaak schuldig voelen als ze iets weigeren.”Hoe uit zich dat?“Door het doen van allerlei onzichtbare klusjes die automatisch in hun richting worden geschoven. Zoals op het werk de vaatwasser in- en uitruimen, met koffie rondgaan, een kaart kopen voor die zieke collega, een afscheidsfeestje organiseren. In een gemengde groep collega’s steken vrouwen eerder hun vinger op als er iets gedaan moet worden. Op school zie je dat automatisme ook. In de hele basisschoolcarrière van mijn kinderen ben ik maar een keer een luizenváder tegengekomen. Bizar. Alsof vrouwen betere ogen hebben.”
Is altijd wel duidelijk wat je grenzen zijn?
“Dat is het lastige: grenzen zijn nooit eenduidig. Ze verschillen per situatie, zijn afhankelijk van het moment, je stemming of van degene die het vraagt. Hoe drukker je het hebt, hoe minder zicht je hebt op je grenzen, terwijl ze juist dan extra belangrijk zijn. Ik pleit ervoor om jezelf in dat opzicht beter te leren kennen. Kijk terug naar situaties waarin je grenzen werden overschreden, waarin je ‘ja’ zei terwijl je van binnen ‘nee’ schreeuwde. Van die ervaringen kun je leren. Vaak ga je overstag in terugkerende situaties of steeds bij dezelfde mensen. Je lichaam vertelt het trouwens ook wanneer je grens dreigt te worden overschreden. Dan versnelt je adem, je stem slaat op hol, je balt je hand tot een vuist… Iedereen heeft zo’n alarm. Het is goed om dat te herkennen en ernaar te luisteren.”
Wat als je de situatie op tijd herkent?
“Bedenk dat je niet meteen hoeft te antwoorden, al is de druk nog zo groot. Zeg bijvoorbeeld dat je er graag later op terugkomt. Dat geeft jou de tijd om er goed over na te denken. Werk in gedachten een afvinklijstje af: hoe ga ik erop terugkijken als ik toestem? Wat valt er af als ik dit ga doen? Stel dat het vanavond is, zal ik het dan ook leuk vinden? Vaak word je voor iets gevraagd wat pas over een tijdje speelt en ben je geneigd om snel ja te zeggen. Maar wanneer de datum dichterbij komt, denk je er misschien anders over. Dan heb je dus toch te snel toegezegd. Ook omdat een afwijzing je meestal niet in dank wordt afgenomen.”
Bedenk dat je niet meteen hoeft te antwoorden, al is de druk nog zo groot
Kun je er dan op terugkomen?
“Dat kan heel goed. Als je iets hebt toegezegd waar je spijt van hebt, kun je dat prima toegeven. Je moet de ander dan wel gunnen dat hij of zij even baalt. Het is immers niet leuk als je wordt verteld: ‘Ik heb toen wel ja gezegd, maar ik merk dat het niet past.’ Benoem dat je begrijpt dat dit geen leuke boodschap is en dat jij in zijn of haar plaats ook zou balen. Dat kan de ander ruimte geven om later bij jou ergens op terug te komen.”
Hoe geef je je grens aan zonder ruzie te krijgen?
“Het is zaak jouw ‘nee’ op een rustige, vriendelijke manier te brengen. Als je de spanning bij jezelf hebt laten opbouwen tot de spreekwoordelijke druppel de emmer doet overlopen, is de kans groot dat je feller reageert dan nodig is. De ander heeft helemaal niet meegekregen dat bij jou de maat vol is en schiet als reactie in de verdediging. Voor je het weet, heb je gedoe. Het is niet nodig om de hele tijd assertief op je strepen te staan. Dat zie je vaak gebeuren bij mensen die te lang hun grenzen niet hebben bewaakt en zich nu hebben bewapend. Ze staan strak en zien overal gevaar. Jammer, want er moet wel verbinding zijn en blijven. Je wilt de balans vinden tussen je eigen behoeften en die van de ander. Luister goed wat iemand zegt, let op je toonhoogte als je spreekt en vermijd verwijten of triggerwoorden die beschuldigend kunnen overkomen. Woorden als ‘gewoon’, ‘wel’, ‘toch’ en ‘altijd’ kun je beter niet gebruiken. Proef zelf maar het verschil tussen: ‘Ik wil nog even terugkomen op…’ en: ‘Ik wil toch nog even terugkomen op…’ In de tweede formulering wordt ongemerkt de nadruk op ‘toch’ gelegd, wat scherper overkomt. Je wilt dat de ander zich aangesproken voelt, niet aangevallen.”
Je wilt de balans vinden tussen je eigen behoeften en die van de ander
Zijn er handige, snel aan te leren trucs?
“Het is makkelijker om je grenzen te bewaken via app of mail. Je hebt dan veel meer tijd om over je reactie na te denken en die zo goed mogelijk te formuleren. Als iemand direct iets aan je vraagt, is het veel moeilijker om ‘nee’ te zeggen. Wel 34 keer zo moeilijk, blijkt uit onderzoek! Het is handig om zinnetjes paraat te hebben zoals: ‘Klinkt superleuk, maar ik moet even met thuis overleggen’, of: ‘Ik moet het even checken, ik kom er later op terug.’ Zo stoot je niemand voor het hoofd en heb je tijd om na te denken. Je kunt ook een tegenvoorstel doen dat jou wel past. Of je zegt duidelijk nee, maar toont meteen begrip: ‘Ik kan helaas niet, ik snap dat je daarvan baalt.’ Wat ook helpt, is de ander meenemen in je gedachtegang en van hem of haar een bondgenoot maken: ‘Wat een gaaf idee, dat lijkt me heel erg leuk, maar ik weet van mezelf dat ik vaak veel te snel ja zeg en dat ik er dan later op moet terugkomen...’ Dat werkt meestal goed. De kans is heel groot dat de ander zich daarin herkent en je dus goed begrijpt.”
Tot hier en niet verder
Grenzen stellen kan een sociaal mijnenveld zijn. Hoe ga je zonder gedoe om met de reactie van de ander? Hoe krijg je grip op grenzen? Iris Posthouwer schreef er een boek over over: Iets met grenzen stellen - Praktische gids voor duidelijkheid zonder gedoe.
Een andere versie van dit artikel verscheen eerder in Plus Gezond april 2024. Abonnee worden van het blad? Dat doe je in een handomdraai.
- Plus Gezond