Als artsen vermoeden dat een patiënt een blindedarmontsteking heeft, is het zinvol om standaard een echo of scan te maken voordat ze tot opereren overgaan. Dat voorkomt een groot aantal onterechte chirurgische ingrepen, zo blijkt uit het proefschrift van Charles van Rossem.
De promovendus baseert zijn conclusies op een landelijke studie in 62 ziekenhuizen. Deze is opgezet volgens een nieuwe 'snapshot'-methode waarbij in twee maanden bijna 2000 patiënten werden onderzocht.
Minder verkeerde diagnoses
Met beeldvormende technieken, zoals een echo of scan, krijgt nog maar 3 procent van de patiënten een verkeerde diagnose (namelijk de diagnose blindedarmontsteking, terwijl later blijkt dat de blindedarm niet ontstoken is). Het aantal verkeerde diagnoses was een aantal jaren geleden veel hoger in Nederland, toen er nog maar weinig beeldvorming werd toegepast bij het vermoeden van een blindedarmontsteking. In de landen om ons heen, waar minder vaak scans of echo’s worden gemaakt, is dat nog steeds het geval.
Antibioticakuur inkorten
Daarnaast bleek uit het promotieonderzoek van Van Rossem dat een antibioticakuur die na een operatie bij een geperforeerde blindedarm, meestal kan worden ingekort van vijf naar drie dagen. De patiënt ligt daardoor minder lang in het ziekenhuis. Ook constateert Van Rossem dat na een kijkoperatie, waarbij een arts de blindedarm via kleine snedes verwijdert, minder wondinfecties ontstaan dan na een ingreep via de open methode waarbij de chirurg de buik verder openmaakt.
- AMC