6 inzichten over het Prikkelbare Darm Syndroom (PDS)

Geef extra aandacht aan je microbioom bij PDS

PDS
Getty Images

In de podcast Buikbelang spreekt hoogleraar Darmgezondheid Daisy Jonkers over het Prikkelbare Darm Syndroom (PDS). Jonkers zegt dat mensen met PDS vaak een ander microbioom hebben in de darmen – en dat kan aanknopingspunten geven voor een goede behandeling. Dit zijn de zes belangrijkste inzichten van Jonkers.

1. Je bent uniek – en je microbioom ook

Ieder mens heeft een uniek darmmicrobioom – het is net zo uniek als je vingerafdruk. Dat geldt ook voor mensen met PDS. Wat óók uniek is, is je aandoening en hoe zich dat openbaart. Uit onderzoek blijkt dat iedereen met PDS anders reageert op prikkels en voeding en dat ieder zijn eigen klachtenpatroon heeft. Het is duidelijk dat de klachten van PDS heel erg vervelend zijn, en dat ze enorme impact hebben op het dagelijks leven. De wetenschap is volgens Jonkers helaas nog niet zo ver dat er één afdoende behandeling kan worden gegeven. Het is dus zaak om je eigen persoonlijke aanpak te vinden. Een arts of diëtist kan je daarbij helpen.

2. Het darmmicrobioom is anders bij mensen met PDS

Hoogleraar Jonkers vertelt dat mensen met PDS vaak een andere samenstelling hebben van het darmmicrobioom. Ze hebben wat minder variatie in hun darmmicrobioom. Ook zijn er wat minder “goede” bacteriën, zoals Lactobacillus en Bifidobacterien. Dat zijn bacteriën die bijvoorbeeld helpen bij de aanmaak van boterzuur, een belangrijke voedingsstof voor de darmwand. Aan de andere kant komen er in het microbioom van mensen met PDS vaak wat meer bacteriën voor die gasvormend zijn. Dat zou een deel van de klachten kunnen verklaren.

Lees ook: heb ik het Prikkelbare Darm Syndroom (PDS)?

3. Een probioticum kan helpen – maar lang niet bij iedereen

Kun je de klachten van PDS verminderen door probiotica (levende bacteriën) te gebruiken? Aan de Universiteit van Maastricht wordt daar veel onderzoek naar gedaan, vertelt Jonkers. “Helaas vallen de resultaten nog tegen. Als je alle wetenschappelijke literatuur van de wereld op een hoop veegt, dan zie je wel wat positieve resultaten, maar we weten nog niet welk probioticum echt goed werkt en bij wie. We moeten het mechanisme nog beter begrijpen voordat we probiotica kunnen voorschrijven. Dat is nog niet zo ver.” Nader onderzoek volgt in de komende jaren.

4. Luister naar je klachten – maar blijf goed eten

Bij  maar liefst 60-80 procent van de mensen met PDS is er een relatie tussen voeding en klachten. Ze krijgen bijvoorbeeld buikpijn van koffie, peulvruchten, ui of appels. Gemiddeld zijn er per individu wel 25 producten die last kunnen veroorzaken – maar welke producten dat zijn verschilt voor iedereen (zie inzicht 1). Jonkers waarschuwt om niet te veel producten weg te laten en om te zorgen dat je voeding volwaardig blijft – juist ook om je darmmicrobioom gevarieerd en gezond te houden. Veel vezels eten, in de vorm van volkorengranen, groenten, fruit, noten en peulvruchten. Een diëtist kan helpen om een advies op maat samen te stellen.

5. Het FODMAP dieet kan helpen – maar heeft ook veel nadelen

Het FODMAP dieet is een vrij streng onderzoeksdieet voor PDS. Een aantal weken lang worden alle mogelijke prikkelende producten uit de voeding weggelaten. Daarna worden ze één voor een weer toegevoegd om te kijken of ze worden verdragen. Bij de Universiteit van Maastricht zijn ze terughoudend met dit strenge dieet, vertelt Jonkers. “Het werkt niet voor iedereen, het is behoorlijk beperkend en het kan voorkomen dat mensen te voorzichtig zijn bij het weer toevoegen van prikkelende producten. Zo kan uiteindelijk een onvolwaardige voeding ontstaan. Een diëtist is hierbij onmisbaar: voor het stap voor stap toevoegen van producten aan de voeding en voor het bepalen van de optimale dosis van producten. Want het is vaak niet zwart-wit: soms kan je bijvoorbeeld een kleine portie peulvruchten wel verdragen, maar ontstaan er pas problemen als je een groot bord snert gaat eten.”. Wat volgens Jonkers wél heel hoopgevend is: door microbioomonderzoek kunnen we straks veel beter voorspellen wie er wel en niet goed gaan reageren op het FODMAP dieet. Zo voorkom je dat mensen nodeloos een streng dieet moeten volgen.

6. PDS laat darmen en hersenen minder goed communiceren

“Experts noemen het Prikkelbare Darm Syndroom tegenwoordig ook wel een aandoening van de hersen-darm-as.” vertelt Jonkers. Voor mensen met PDS lopen de signalen tussen darmen en hersenen anders. Dat betekent bijvoorbeeld dat de darmen sterker reageren op stress, of dat depressie en angst meer voorkomen bij mensen met PDS. Het betekent ook dat bewust ontspannen, veel bewegen en goed slapen een gunstig effect heeft op de klachten van PDS. Wat goed is voor de buik, is ook goed voor het brein – en andersom. Voor mensen met PDS geldt dat misschien nóg sterker.

Dit is Buikbelang 
Het gesprek met Daisy Jonkers is onderdeel van Buikbelang, een podcastserie over het darmmicrobioom. Buikbelang is een initiatief van MDL Fonds, het Universitair Medisch Centrum Groningen en Wageningen University & Research. Het is een onafhankelijke samenwerking tussen wetenschappelijke instellingen, maatschappelijke organisaties, private partners en onderzoeks-financiers. Het doel van Buikbelang is de kennis rondom het darmmicrobioom en gezondheid te verhogen en om wetenschappelijk onderzoek te vertalen naar toepassingen in de praktijk.