De meeste huisartsen blijken goed bereikbaar via de telefoon. Maar op drukke tijden en in kleine praktijken staat de bereikbaarheid wel vaker onder druk. Verbeteropties zijn soms eenvoudig, maar voor extra personele investeringen moet veel worden afgewogen. Dat concludeert onderzoeksinstituut NIVEL na hun onderzoek onder 100 huisartsenpraktijken in opdracht van de Landelijke Huisartsen Vereniging.
NIVEL belde in een periode van 6 weken 100 huisartsenpraktijken op verschillende tijdstippen en dagen. Met een niet-spoedoproep kregen ze in 94 procent van de gevallen binnen 10 minuten een assistent aan de lijn, of een bandje met informatie wanneer de praktijk wel bereikbaar is.
Bereikbaarheid verschilt per tijdstip
De mate van telefonische bereikbaarheid hangt samen met het tijdstip. Tussen de middag krijg je minder vaak de assistent aan de lijn. Tussen 8 en 9 uur 's ochtends krijg je bijna nooit een bandje, maar is de wachttijd wel langer.
Uit gesprekken met huisartsen blijkt dat vooral de kleinere en solopraktijken het lastig vinden om hun telefonische bereikbaarheid te verbeteren. Een aantal huisartsen geeft aan dat de bereikbaarheid vooral onder druk staat bij onverwachte situaties, zoals ziekte van de assistent. Hoe kleiner de praktijk, hoe kwetsbaarder deze is voor uitval in de bezetting.
Verbeterpunten soms makkelijk
Het verbeteren van de telefonische bereikbaarheid kan opgelost worden door extra investeringen in de personele bezetting, om zo drukke momenten en gevallen van ziekte op te vangen of vóór te zijn. Dit zal echter voor praktijken niet altijd haalbaar zijn.
Het NIVEL ziet ook eenvoudige verbeterpunten. Als het niet lukt om de telefoon op te nemen zou een bandje altijd informatie moeten geven wanneer wél telefonisch contact mogelijk is. Het kwam echter nog in 6 procent van de gevallen voor dat het antwoordapparaat alleen aangaf dat de praktijk gesloten is. Ook zou meer gebruik gemaakt kunnen worden van e-mail of het maken van afspraken via internet.