Huisartsen zouden alle mannen boven de 55 jaar attent moeten maken op de mogelijkheden van het meten van de PSA-waarde, zo menen Nederlandse prostaatkankerpatiënten. Maar liever nog zouden zij een nationaal bevolkingsonderzoek zien.
Dit blijkt uit een onderzoek van Prostaatkankerstichting.nl onder 966 patiënten. "Screening is een lastig onderwerp", aldus voorzitter Kees van den Berg. "Bij ProstaatKankerStichting.nl zijn we van mening dat de huisarts daar een actievere rol in zou moeten spelen door actiever te wijzen op de mogelijkheden van het meten van de PSA (Prostaat Specifiek Antigeen) en 91 procent van de patiënten is het hier mee eens. Een nationaal bevolkingsonderzoek, waar 75 procent van hen een voorstander van is, gaat wellicht op dit moment te ver. We moeten dan eerst duidelijk hebben wat de gewenste effecten zouden zijn."
Verhoogde PSA-waarde
Een verhoogde PSA-waarde in het bloed kan op prostaatkanker duiden, maar er hoeft lang niet altijd sprake te zijn van kwaadaardige tumoren. Ook een vergrote prostaat of een een prostaatontsteking geeft een verhoging van het psa. De hoogte van het PSA wordt daarom gebruikt om mensen al dan niet door te verwijzen naar een uroloog. Dat het meten van de PSA belangrijk is onderschrijft 30 procent van de patiënten, die aangeven dat hun ziekte waarschijnlijk anders was gelopen als ze op tijd hun PSA hadden laten meten.
Prostaatkanker uit de taboesfeer
Mannen die getroffen worden door prostaatkanker delen dit in 99 procent van de gevallen met hun naaste omgeving, zo blijkt verder uit de enquête. "Gelukkig zien we, mede door veel voorlichting, dat de patiënt makkelijker over zijn ziekte praat dan een aantal jaar geleden", Van den Berg. Uit het onderzoek komt ook dat maar liefst 59 procent van de patiënten niet op de hoogte was van de klachten behorende bij prostaatkanker, zoals plasklachten. Overigens is ruim 66 procent tevreden over de begeleiding van de huisarts.