Hoofdluizen kunnen niet rennen, springen of vliegen
De luis is een onuitroeibare plaag, zeker onder schoolkinderen. Hoeveel weet jij eigenlijk over deze kleine jeukerige kriebelbeestjes? Vijftien feitjes.
1. De luis is gespecialiseerd in het overleven op een menselijk lichaam. Er zijn drie hoofdsoorten: de schaamluis, kleerluis en de hoofdluis.
2. De hoofdluis heet in het Latijn 'Pediculus humanus capitis' en koloniseerde duizenden jaren geleden al voor het eerst menselijke kapsels. Er zijn hoofdluiseitjes aangetroffen op Egyptische mummies uit de vierde eeuw na Christus.
3. Luizen zijn het levende bewijs dat de evolutietheorie klopt. Ze passen zich aan aan hun omgeving: de Scandinavische luizen zijn lichter dan hun Zuid-Europese soortgenoten. Ander klimaat, andere jas. Ook hun pootjes passen zich aan: Afrikaanse luizen hebben klauwen die geschikt zijn voor kroeshaar, terwijl Europese luizen meer houvast vinden op een rondere haarstructuur.
4. Luizen zijn zeer tevreden op de hoofdhuid: warmte, vocht en bloed zijn beschikbaar. Een hoofdluis bijt zijn gastheer gemiddeld zes keer per dag om zich te voeden.
5. De jeuk wordt veroorzaakt door het speeksel van de luis, die stollingen remt en de hoofdhuid open houdt. Echter, slechts 47 procent van de mensen is hier gevoelig voor. De meerderheid zal nooit een hoofdluis voelen kriebelen.
6. Sommige mensen raken zo getraumatiseerd van een luizeninfestatie dat ze lijden aan het Ekbom Syndroom: denkbeeldige kriebelklachten!
7. De luis heeft een slechte reputatie, maar is eigenlijk helemaal niet zo vies. Om te voorkomen dat hij zichzelf omringt met ontlasting, zweet hij constant vocht uit. Dat is ook niet risicoloos: buiten een mensenhoofd overleeft een luis maar 8 tot 24 uur, door uitdroging. Een luizenbesmetting zegt dan ook niets over jouw persoonlijke hygiene: een luis is net zo blij met een frisgewassen hoofd als met een vettige woeste ongekamde haardos.
8. Hoofdluizen zijn geen dragers van ziektes. Maar het openkrabben van luizenwondjes kan wel ontstekingen veroorzaken.
9. Na het paren kan een luizenvrouwtje het zaad opslaan in haar lichaam, waardoor ze meerdere dagen achter elkaar eieren kan leggen. Een hoofdluis heeft een levensduur van ongeveer een maand, maar legt dagelijks vier tot acht eitjes.
10. Deze eitjes heten neten. Ze zijn voorzien van een soort natuurlijke, waterbestendige secondelijm. Ook nadat jonge luizen, nimfen, hun eitje al hebben verlaten, blijven de eitjes soms nog maandenlang achte
11. Onorthodox maar effectief: een nimf verlaat haar ei door een grote hap lucht te nemen en zichzelf het ei uit te katapulteren door middel van scheten laten. Luizen kunnen veel adem happen: tot wel 8 uur kunnen ze overleven door de luchtgaatjes op hun lichaam te sluiten. Daarom is zwemmen, douchen of in bad geen oplossing. Nat haar kammen is de beste optie. Masseer eerst de hoofdhuid in met cremespoeling, zodat ze daar niet heen kunnen vluchten.
12. Luizen hebben een uitwendig skelet. Hun volwassen lengte is 3 millimeter. Om dat te bereiken, barst een nimf 3x in zijn leven uit zijn vel. Door de vervelling wordt de luis doorzichtig, en dus rood wanneer hij bloed drinkt.
13. Luizen zullen, tenzij hun gastheer overlijdt, nooit overstappen op een voorwerp of dier. Het grondig reinigen van knuffels, lakens en tapijten is dus overbodig. Ook luizencapes doen helemaal niets. Luizen kunnen wel overspringen van mens op mens, met name kinderen besmetten elkaar heel gemakkelijk.
14. Luizen zijn voornamelijk een vrouwenprobleem: 5,6 procent van de meisjes en 0,7 procent van de jongens wordt besmet.
15. Hoofdluizen kunnen niet rennen, springen of vliegen. Wel kunnen ze klimmen als een gek: 40 cm per minuut, omhoog of omlaag.
- Algemeen Dagblad