Bijna de helft van de Nederlandse zorgverleners die nierpatiënten behandelen, kent patiënten die de afgelopen vijf jaar naar het buitenland zijn gereisd voor een niertransplantatie. In 90 procent van de gevallen vermoedden de zorgverleners, óf wisten zij zeker, dat voor het orgaan was betaald. Dit is gebleken uit een onderzoek van criminoloog/internationaal jurist Frederike Ambagtsheer, verbonden aan de afdeling Nefrologie en Transplantatie van het Erasmus MC.
De onderzoekers zetten een anonieme enquête uit onder 241 Nederlandse transplantatiechirurgen, nefrologen, verpleegkundigen, transplantatiecoördinatoren en maatschappelijk werkers.
Nier gekocht
Hoewel het merendeel van de patiënten volgens de zorgverleners naar landen buiten de EU is gereisd, zeggen 17 transplantatieprofessionals dat zij tussen 2008 en 2013 patiënten hebben behandeld van wie ze vermoeden dat ze in Nederland een orgaan hebben gekocht. Twee patiënten hebben toegegeven dat zij in Nederland een donor voor hun nier hebben betaald.
Mensenhandel
Ook zeggen dertien transplantatieprofessionals dat zij donoren in behandeling hebben die hun nier hebben verkocht aan een patiënt in Nederland. Negen transplantatieprofessionals hadden tussen 2008 en 2013 vermoedens van mensenhandel. Drie professionals meldden dat de donor hen had verteld dat hij/zij gedwongen was een nier af te staan.
Deze en nog veel meer andere bevindingen zijn opgenomen in een kennisdocument over orgaanhandel en mensenhandel van de Landelijke Eenheid van de Nationale Politie, een partner van het HOTT-project dat mensenhandel met het oog op orgaanhandel bestrijdt.
- Erasmus MC