Het serotoninesyndroom kan optreden wanneer een patiënt meerdere geneesmiddelen gebruikt die de serotoninespiegel van het bloed verhogen. Het syndroom is ernstig omdat het heel snel optreedt, moeilijk te herkennen is en dodelijk kan zijn. Daarbij komt ook nog eens dat het een van de meest voorkomende ongewenste interacties is. In bijna 80% van de hierbij betrokken patiënten gaat het om een vrouw.
Het serotoninesyndroom is een reactie op een te hoog serotoninegehalte van het bloed. De kans op het syndroom neemt toe wanneer een patiënt verschillende geneesmiddelen gebruikt die het gehalte aan serotonine doet stijgen. Binnen minuten tot enkele uren kunnen milde symptomen optreden zoals hartkloppingen, opgewondenheid, zweten en trillingen in de benen. Het serotoninesyndroom kan zich echter ook uiten in een levensbedreigende verhoging van de lichaamstemperatuur, delirium, spiertrekkingen en totale ontregeling van de stofwisseling. In sommige gevallen leidt het serotonine-syndroom tot de dood.
Boyer en Shannon (The New England Journal of Medicine [352;11]) rapporteren bij 26.733 gevallen van blootstelling 7.349 patiënten met vergiftigingen en 93 doden. De diagnose van het syndroom is lastig doordat een groot aantal symptomen ook bij andere aandoeningen kunnen voorkomen. Voorkomen is in dit geval veel beter dan genezen.
Verschillende geneesmiddelgroepen kunnen een verhoging van de serotoninespiegel veroorzaken, waaronder SSRI's, MAO-remmers, tricyclische antidepressiva, tramadol en fentanyl, samutriptan, hoestmiddelen, metoclopramide en de kruiden sint-janskruid en ginseng. Ook drugs als XTC en LSD kunnen bijdragen aan een serotoninesyndroom.
Omdat de diagnose van een serotoninesyndroom erg lastig is, is de rol die de apotheker kan spelen bij het voorkomen ervan erg belangrijk. De medicatiebewaking door apothekers is in het bijzonder van toegevoegde waarde wanneer verschillende artsen aan een patiënt de serotoninespiegel-verhogende middelen voorschrijven. De apotheker heeft de taak om dit te signaleren en een alternatief voor een van de middelen aan te dragen. Bij een patiënt met migraine die ook antidepressiva gebruikt, kan hij almotriptan adviseren in plaats van sumatriptan. In plaats van tramadol kan de apotheker aan een patiënt die antidepressiva gebruikt een pijnstiller aanraden die geen invloed heeft op de serotonine bloedspiegel.
Uit eerder onderzoek is bekend dat vrouwen meer antidepressiva enerzijds en middelen tegen migraine en pijn anderzijds gebruiken dan mannen. Binnen deze geneesmiddelgroepen is er een aantal middelen die de serotoninespiegel verhogen en in combinatie het risico op het serotoninesyndroom doen toenemen. Het is dan ook niet verbazingwekkend dat het bij de interactie searches met serotonine in 79 procent van de gevallen om vrouwen gaat.