Overheid had rookvrije horeca moeten uitleggen

Getty Images

BAARN - De Nederlandse overheid heeft in 2008 niet uitgelegd waarom het rookverbod werd ingevoerd. Dit heeft er mede voor gezorgd dat het verbod vaker werd overtreden. Dit blijkt uit een artikel  in het wetenschappelijke tijdschrift Social Science & Medicine.

Het artikel baseert zich op resultaten van het International Tobacco Control Policy Evaluation Project (ITC Project). Hieruit blijkt dat ongeveer een jaar na de invoering van het rookverbod in de horeca 3 procent van de rokers in Ierland en Frankrijk, 34 procent van de rokers in Nederland en 44 procent van de rokers in Duitsland wel eens binnen in cafés rookte.

Rookverboden worden ingevoerd om mensen te beschermen tegen de schadelijke gevolgen van tabaksrook voor hun gezondheid. In landen als Ierland en Frankrijk is dit duidelijk gecommuniceerd in campagnes toen de maatregel werd ingevoerd.

Aanbevelingen WHO
In 2007 heeft de Wereldgezondheidsorganisatie vier aanbevelingen gepubliceerd over hoe een rookverbod ingevoerd zou moeten worden: 1) geen rookruimtes, 2) geen uitzonderingen, 3) strikte naleving, en 4) leg in een campagne uit waarom het rookverbod wordt ingevoerd. In Nederland zijn al deze aanbevelingen niet overgenomen. Hierdoor worden bezoekers en werknemers in de horeca op dit moment niet goed beschermd tegen de schadelijke gevolgen van meeroken.

Duidelijke campagne
Gera Nagelhout, promovendus op het ITC Project: "Een duidelijke campagne waarin uitgelegd werd dat meeroken schadelijk is en de horeca daarom rookvrij werd, had een heleboel problemen kunnen voorkomen. In plaats daarvan ging de Postbus 51-spot over een man die verkleed als sigaret de horeca werd uitgetrapt."

Het onderzoek
Het ITC Project is een internationaal vergelijkende studie waarin de effecten van tabaksmaatregelen op rokers worden onderzocht in twintig landen. Hiertoe wordt in elk land een groep van ongeveer 2000 rokers door de tijd heen gevolgd door middel van jaarlijkse vragenlijsten.

In Nederland wordt het onderzoek in opdracht van en in samenwerking met STIVORO uitgevoerd door drs. Gera Nagelhout van de Universiteit Maastricht (CAPHRI), onder leiding van prof. Dr. Marc Willemsen en prof. Dr. Hein de Vries. Het veldwerk wordt uitgevoerd door TNS NIPO. Er wordt samengewerkt met de Universiteit van Amsterdam (ASCoR), het Leids Universitair Medisch Centrum en de Universiteit van Waterloo in Canada. Vanuit de Universiteit van Waterloo wordt het ITC Project gecoördineerd. Het onderzoek wordt gefinancierd door ZonMW.

Auteur 
Bron 
  • Universiteit Maastricht