ROTTERDAM - Kankerpatiënten die blijven roken tijdens een chemokuur, lopen mogelijk een verhoogd risico op het falen van de chemotherapie. Dat blijkt uit onderzoek van het Erasmus Medisch Centrum.
Onderzoeker Jessica van der Bol onderzocht op de afdeling Interne Oncologie van het Erasmus MC 190 patiënten, zowel rokers als niet-rokers. Al deze mensen volgden een chemotherapie met het bestanddeel irinotecan.
Witte bloedcellen
De rokers bleken een veel lagere blootstelling aan de werkzame stof SN-38 in hun bloed te hebben. Het verschil met de niet-rokers bedroeg maar liefst 40 procent. Daarnaast bleken zij ook een minder groot tekort aan witte bloedcellen te hebben; een bekende bijwerking van de chemo. Dit wijst erop dat de chemokuur bij de rokers waarschijnlijk minder goed aansloeg.
Te snelle afbraak
Van der Bol concludeert dat patiënten die roken tijdens hun behandeling mogelijk een verhoogd risico lopen op het falen van de chemotherapie doordat in hun lichaam irinotecan te snel wordt afgebroken. Kankerpatiënten kennen irinotecan onder de merknaam Campto. Van der Bol heeft in haar proefschrift een nieuwe doseringformule voor irinotecan ontwikkeld, om de slagingskans van de behandeling voor iedere patiënt zo groot mogelijk te maken.
Invloed van roken
Opvallend genoeg is weinig bekend over de invloed van roken op het slagen van behandelingen van kanker terwijl ruim een op de drie patiënten met kanker rookt. Stoppen met roken lijkt ook in dit geval een verstandige keuze.
- Erasmus MC
- Nationale Zorggids
