AMSTERDAM - Het tempo waarin verlies van hersenweefsel in de hippocampus optreedt, voorspelt het risico op het ontwikkelen van de ziekte van Alzheimer al in een vroeg stadium.
Veranderingen in het totale hersenvolume zijn pas later in de ziekte te meten. Dit blijkt uit een onderzoek van Wouter Henneman bij VU medisch centrum. Het onderzoek van Henneman is vandaag gepubliceerd in het blad Neurology.
MRI-scans
De onderzoeker vergeleek bij ruim 130 mensen MRI-scans van de hersenen aan het begin van de studie en anderhalf jaar later. Aan het onderzoek werkten zowel gezonde patiënten, mensen met de eerste verschijnselen van de ziekte van Alzheimer en Alzheimerpatiënten mee.
Bij alle patiënten werd de snelheid gemeten waarin het volume van de hippocampus afnam. De hippocampus is een hersenstructuur die belangrijk is voor het geheugen. De snelheid waarmee de hippocampus krimpt vertoont een sterke relatie met de ontwikkeling van de ziekte van Alzheimer.
Wanneer de diagnose Alzheimer eenmaal gesteld is, is het volumeverlies over een veel groter gebied dan alleen de hippocampus verspreid. Henneman concludeert dat in een vroeg stadium van de ziekte van Alzheimer vooral volumeverlies in de hippocampus optreedt. Zo vroeg mogelijk de ziekte van Alzheimer vast te kunnen stellen is een belangrijke voorwaarde om de effectiviteit van behandelingen en medicijnen te kunnen meten.
- VU medisch centrum
