Een gezonde leefstijl houdt dementie niet op afstand. Ouderen die extra goed zorgen voor hun hart en bloedvaten worden later net zo vaak dement. Tot die conclusie komen onderzoekers van het AMC Amsterdam.
Een intensieve behandeling van hart- en vaatziekten blijkt geen grote preventieve werking te hebben op de ontwikkeling van dementie. De onderzoekers van de afdelingen Neurologie en Huisartsengeneeskunde publiceren de resultaten van hun studie in het tijdschrift The Lancet.
Aan het preDIVA-onderzoek (‘Prevention of Dementia by Intensive Vascular Care’) namen 3526 Nederlandse ouderen van 70-78 jaar deel. Zij werden in twee groepen gedeeld. Eén groep kreeg een speciaal ‘vaatspreekuur’ aangeboden, waarin de bloeddruk werd gecontroleerd en zo nodig behandeld. Hetzelfde gold voor suikerziekte, overgewicht, verhoogd cholesterol en gebrek aan lichaamsbeweging. Rokers werden ondersteund bij het stoppen. De andere groep kreeg standaard huisartsenzorg.
Resultaten
Na ruim 6 jaar was in de groep met het vaatspreekuur 6,5 procent van de ouderen dement geworden. In de groep zonder begeleiding was dit 7 procent. De kleine afname van nieuwe gevallen van dementie als gevolg van de intensieve vaatzorg was niet significant en kan dus op toeval berusten.
Er werden aanknopingspunten gevonden voor een groter beschermend effect bij mensen die steeds trouw het vaatspreekuur bezochten en in de groep van deelnemers met een hoge bloeddruk die daar bij het begin van het onderzoek nog geen geneesmiddelen voor gebruikten.
Tegenvaller
"Dit was niet waarop we hadden gehoopt," erkent onderzoeksleider Pim van Gool, hoogleraar neurologie in het AMC. De tegenvaller valt volgens Van Gool te verklaren. De ouderen bleken bij nader inzien relatief gezond waardoor er weinig winst te behalen viel.
Bovendien is de standaardzorg in de westerse wereld van zulk hoog niveau, aldus Van Gool, dat extra aandacht voor hart en bloedvaten blijkbaar niet veel oplevert. Zo daalde ook bij de deelnemers die geen vaatspreekuur bezochten de bloeddruk, simpelweg doordat de huisarts hen in de gaten hield. Mogelijk is een vaatspreekuur wel efficiënt in landen waar de zorg minder goed is, zegt hij. Zeker als de vaatzorg wordt gestart op jonge leeftijd, bij mensen met een verhoogd risico op dementie en wanneer therapietrouw extra aandacht krijgt.
Mogelijkheden
Van Gool blijft optimistisch: "Preventie van dementie is blijkbaar een kwestie van kleine stapjes voorwaarts. Dankzij de langdurige inspanning van velen hebben we in dit onderzoek laten zien dat er geen magische oplossing voor het grijpen ligt. Maar ook hebben we nu concrete aanwijzingen bij welke ouderen het risico op dementie door deze aanpak enigszins verminderd kan worden."
- AMC