Waarom niet of juist wel online zoeken naar medische informatie?

Wees altijd op je hoede en blijf kritisch als je google raadpleegt

Man zoekt online naar informatie
Getty Images

Google, Instagram, Facebook, YouTube en TikTok staan vol medische informatie, adviezen en tips. Je kunt geen ziekte of aandoening verzinnen of er is wel iets over te vinden. Soms heel handig. Maar let op: lang niet alle informatie die wordt gegeven is verstandig en accuraat.

Wat heb ik?

Ergens last van hebben en meteen op internet kijken wat het zou kunnen zijn, doet bijna iedereen. Uit onderzoek van het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS) blijkt dat zo’n driekwart van de Nederlanders van twaalf jaar en ouder regelmatig online zoekt naar informatie over gezondheid en leefstijl. Vrouwen vaker dan mannen, jongeren meer dan ouderen, chronisch zieken meer dan gezonde mensen. België scoorde lager in datzelfde onderzoek: 51 procent. Samen met de Finnen lopen Nederlanders dus voorop in Europa in het gebruik van internet bij het zoeken van informatie over gezondheid. Best handig, zo weet je meteen of je naar de huisarts moet met je klacht(en) én je hebt al wat kennis voordat je tegenover je dokter zit.

Bizarre beweringen

Maar dat googelen heeft ook een minder positieve kant. Er is online namelijk nogal wat medische desinformatie te vinden, zeker op sociale media zoals TikTok, Instagram, YouTube en Facebook. Hier zijn zogeheten healthfluencers actief die soms de gekste dingen beweren. Zo zouden cholesterolverlagers gevaarlijk zijn, vaccineren zou niet nodig zijn en van zonnebrandcrème zou je kanker krijgen.

Dit soort bizarre beweringen hebben de nodige consequenties in de spreekkamer van de huisarts. Want er zijn genoeg mensen die deze berichten serieus nemen. “Helaas wel”, zegt huisarts Rutger Verhoeff. “Iedere week ontvang ik patiënten op het spreekuur die online iets hebben gevonden of gelezen en denken dat het waar is. Ik ben een hoop tijd kwijt om al die medische desinformatie weer te ontkrachten, en dat hoor ik ook van collega’s.”

Dat medische desinformatie vaak aan de orde komt in de spreekkamers van Nederlandse artsen blijkt uit een recente enquête van artsenfederatie KNMG in samenwerking met NOS Nieuws. Maar liefst 85 procent van de bijna 700 ondervraagde artsen gaf aan dat ze er weleens mee te maken hebben. 54 procent gaf aan wekelijks geconfronteerd te worden met patiënten die misleidende medische informatie aandragen, 14 procent zelfs dagelijks.

Wat er zoal wordt beweerd? “Tegenwoordig ben ik veel tijd kwijt aan Ozempic”, vertelt Verhoeff. “Veel mensen denken dat het een wondermiddel is waardoor je op een eenvoudige manier slank wordt. Maar zo eenvoudig ligt het niet. Ozempic is ontwikkeld als medicijn voor suikerziekte. Bij overgewicht kom je er pas voor in aanmerking na een jaar leefstijltherapie, oftewel een gezonde leefstijl met voldoende beweging, gezond eten en genoeg slaap. En niet te vergeten: het middel kan ook negatieve bijwerkingen hebben.”

Priktwijfel

Een ander onderwerp dat veel ter sprake komt in de spreekkamer is het Rijksvaccinatieprogramma. Verhoeff: “Ongelooflijk hoeveel twijfel daar sinds een aantal jaren over is, terwijl het juist iets is waar we blij mee zouden moeten zijn. Zo wordt vaak beweerd dat het HPV-vaccin tegen verschillende vormen van kanker juist kankerverwekkend zou zijn. Dan moet ik alles uit de kast halen om mensen te overtuigen dat dit niet klopt, dat het een middel is waar jarenlang aan gesleuteld is.”

Veel onderwerpen komen ook steeds terug. “Iedere zomer zijn er weer die berichten dat je maar beter geen zonnebrandcrème kunt gebruiken omdat dit ongezond zou zijn. Telkens zijn er dan mensen die geloven dat niet smeren veiliger is dan wel smeren. Nou, ik kan iedereen verzekeren: als jij altijd onbeschermd in de zon gaat zitten, wordt de kans op huidkanker alleen maar groter.”  Hij zou nog uren kunnen doorgaan met het geven van voorbeelden uit de praktijk, want ook vitaminesupplementen en probiotica zijn vaak onderwerp van discussie. Maar hoe zorgt hij ervoor dat mensen met een andere overtuiging de deur uit gaan? “Ik zeg altijd: je bent bij mij gekomen voor hulp. Waar zit je mee? Waarom sprak dit je aan en wat wil je bereiken? Als de informatie waarmee ze komen niet klopt, laat ik aan de hand van betrouwbare bronnen en wetenschappelijk onderzoek zien wat wel waar is. Ik probeer angst weg te nemen door patiënten de juiste informatie te geven.”

Dat is soms eenvoudiger gezegd dan gedaan, want er zijn mensen die heel wantrouwig zijn. Maar: “Als je op mijn spreekuur komt, ga ik er vanuit dat je komt voor advies of een behandeling. Voor brood ga je naar de bakker, om je auto te laten repareren naar de garage, voor je gezondheid ga je naar de huisarts. Die heeft daar jaren voor geleerd en kan je op weg helpen. De huisarts is niet voor niks de poortwachter richting eventuele verdere zorg.”

Beter geïnformeerd

Ziet Verhoeff ook voordelen van online informatie? “Jazeker. Het is niet alleen kommer en kwel, er zit absoluut goede informatie tussen. Daardoor zijn patiënten beter op de hoogte.

Ik denk dat het ook wat werkdruk bij huisartsen weg kan nemen en dat het taboes kan doorbreken. Denk aan BN’ers die posten dat ze een vaccinatie halen of een borstonderzoek laten doen. Dat kan zorgen dat mensen niet langer twijfelen over vaccineren of dat ze worden aangespoord om toch maar een mammografie te laten maken in het kader van het bevolkingsonderzoek borstkanker.”

Ook in het gebruik van medische apps als onderzoekstool ziet de huisarts voordelen. “Onlangs kwam een vrouw met haar dochter op het spreekuur omdat een huidscan-app aangaf dat een plekje op de huid van haar dochter verdacht was. Dit bleek te kloppen. Door gebruik van de app was ze er in een vroeg stadium bij en kon ze snel worden doorverwezen naar de specialist.”

Kritische vragen

Kortom: online informatie zoeken over je gezondheid heeft zowel voor- als nadelen. Wees dus altijd op je hoede als je 'Dr. Google' raadpleegt én bedenk: als iets te mooi klinkt om waar te zijn, is het dat vaak ook. Slik dus niet alles voor zoete koek, blijf kritisch.

Tot slot adviseert huisarts Rutger Verhoeff om jezelf altijd de volgende vijf vragen te stellen als je wilt checken of wat je online gezien of gevonden hebt betrouwbare informatie is.

  1. Waarom vind ik dit interessant?
  2. Wat is de afzender, wie zit er achter deze website of dit kanaal? Zegt iemand een arts te zijn? Zoek dan op www.bigregister.nl of health.belgium.be of deze persoon inderdaad een registratie heeft.
  3. Waarom wordt deze informatie gepost? Zit er een organisatie achter? Zo ja, welke dan? Is er een verdienmodel?
  4. Waar haalt de afzender de informatie vandaan? Is die wetenschappelijk verantwoord? Gaat het om een persoonlijke ervaring of om onderbouwde kennis op basis van een deugdelijk uitgevoerd onderzoek?
  5. Twijfel je nog over de informatie die je hebt gevonden? Raadpleeg dan je (huis)arts.

Rutger Verhoeff is huisarts. Daarnaast schrijft hij columns en boeken, hij is vlogger en geeft antwoord op lezersvragen in Plus gezond en Plus Magazine. In zijn boek Dokter, nu ik er toch ben belicht hij onder meer de impact van Dr. Google.

Een andere, uitgebreidere versie van dit artikel verscheen eerder in Plus Gezond maart 2025. Abonnee worden van het blad? Dat doe je in een handomdraai.
 

Auteur 
Bron 
  • Plus Gezond