
LEIDEN - Tot nu toe werd gedacht dat adolescenten zich impulsief en risicovol gedragen omdat hun puberbrein onrijp is. Uit een analyse van Eveline Crone blijkt dat hun brein prima kan plannen en organiseren, maar dat ze hun hersenen afhankelijk van de situatie wel of niet gebruiken.
Crone bestudeerde samen met haar Amerikaanse collega Ronald Dahl al het onderzoek dat inmiddels is gedaan naar adolescentenhersenen. Tot nu toe dachten wetenschappers dat pubergedrag, zoals risico’s opzoeken, emotionele beslissingen nemen en kortetermijnwinst voorrang geven op langetermijnbeloningen, veroorzaakt wordt door de prefrontale cortex (PFC) die nog in ontwikkeling is.
In de PFC zitten namelijk hersengebieden die een rol spelen bij plannen, organiseren en het controleren van impulsen. Een 'onrijpe' PFC zou leiden tot een gebrekkige cognitieve controle en dus tot risicovol en impulsief gedrag.
Motivatie
"Maar de onderzoeksresultaten zijn hier niet eenduidig over. En ook in de praktijk zie je dat adolescenten vaak wel degelijk in staat zijn om zich langdurig te concentreren. Dan gaat het om taken waarvoor ze gemotiveerd zijn, zoals bijvoorbeeld het uitzoeken van een technisch probleem", zegt Crone.
Dat duidt erop dat adolescenten hun PFC soms wel gebruiken en soms niet, afhankelijk van invloeden vanuit hun omgeving. Als ze gemotiveerd zijn om iets te doen, zetten ze de benodigde hersengebieden wel in.
Het onderzoek is gepubliceerd in Nature.
- Universiteit Leiden