Probiotica helpen piekeren voorkomen

Getty Images

Het gebruik van probiotica zorgt er voor dat mensen minder piekeren. Daarmee zou het middel in de toekomst een aanvullende of preventieve therapie kunnen zijn tegen depressies. Dat blijkt uit onderzoek van de universiteiten van Amsterdam en Leiden. Daarnaast is ook aangetoond dat probiotica mogelijk werken tegen migraine, zo wijst een nieuwe pilotstudie van de Universiteit van Wageningen uit.

Dit is de eerste keer dat onderzocht is of het toedienen van probiotica werkt tegen piekeren. "Piekeren is het hebben van terugkerende gedachten over mogelijke oorzaken en gevolgen van iemands ellende en bedroefdheid", legt onderzoeker Saskia van Hemert uit.

"Bewezen is dat piekeren een indicator is van depressies; het is een van de meeste voorspellende kwetsbaarheidsfactoren van een depressie. Probiotica zou in de toekomst mogelijk een middel tegen depressies kunnen worden, aangezien uit het onderzoek blijkt dat probiotica piekeren kan voorkomen", aldus van Hemert.

Levende bacteriën

Probiotica zijn levende bacteriën die, wanneer toegediend in adequate hoeveelheden, functioneel zijn in o.a. het verbeteren van de spijsvertering en het immuunsysteem. De onderzoeksgroep in het onderzoek piekerde na deze vier weken significant minder dan de controlegroep. Het onderzoek werd gepubliceerd in Brain, Behavior, and Immunity.

Migraine

Probiotica is niet alleen werkzaam tegen piekeren, ook migraines worden mogelijk verholpen door de micro-organismen. De onderzoeksgroep van de Universiteit van Wageningen zag het aantal migrainedagen met 25 procent afnemen. De hypothese is dat probiotica een positief effect hebben op de darmbarrière en daardoor migraine voorkomt. Verstoring van de darmbarrière zou namelijk migraineaanvallen kunnen uitlokken en het is bekend dat probiotica de darmbarrière kunnen versterken.

Momenteel loopt er een nieuwe studie aan de Universiteit van Wageningen, waarin het positieve effect van probiotica op migraine nader onderzocht wordt. De resultaten van deze studie worden aan het eind van het jaar verwacht.

Bron 
  • Universiteit van Amsterdam