Bij vrouwen die in één operatie een borstreconstructie ondergaan, treden vaker complicaties op dan bij vrouwen waarbij reconstructie in twee operaties gebeurt. Dat laten de eerste resultaten van een onderzoek van het VUmc zien.
Aan de Breast Reconstruction In One Stage (BRIOS) studie doen 140 vrouwen en 8 ziekenhuizen mee. Twee reconstructietechnieken worden vergeleken. De eerste techniek bestaat uit één stap. Hierbij krijgen vrouwen meteen na het verwijderen van het borstklierweefsel een borstimplantaat in combinatie met een collageen matrix.
De methode in twee stappen bestaat uit twee operaties. Eerst wordt er borstklierweefsel verwijderd en een tijdelijk implantaat geplaatst dat in meerdere stappen wordt opgevuld. Bij de tweede operatie plaatst de arts het borstimplantaat.
Resultaten
De eerste resultaten laten zien dat er in de groep met de één-staps-methode meer complicaties optreden direct na de operatie. Het percentage aan de behandeling gerelateerde medische complicaties bij de één-stap-methode was 38,5 procent, het percentage medische heroperaties 32,6 procent en het percentage operaties waarbij het implantaat werd verwijderd was 23,6 procent ten opzichte van respectievelijk 10,3 procent, 9,6 procent en 2,4 procent in de twee-stap groep.
In de meeste gevallen gaat het om wondgenezingsproblemen. Mogelijk kan dit liggen aan verminderde doorbloeding van de huid of het optreden van een infectie direct na de operatie. Het VUmc voert de één-staps-methode niet meer uit.
Vervolgonderzoek
De onderzoekers zoeken momenteel uit wat de precieze oorzaken hiervan zijn. VUmc plastisch chirurg en onderzoeker Hay Winters: "We verwachten wanneer alle metingen afgerond zijn in de loop van 2016 meer gedetailleerde resultaten te presenteren. Op dit moment zien we dat de één-stap-methode meer complicaties geeft. Hoe deze complicaties ontstaan, hopen we met ons vervolgonderzoek te achterhalen."
- VU medisch centrum