Verwijzing naar het ziekenhuis, de standaardprocedure wanneer de huisarts denkt dat een patiënt een trombosebeen heeft, is bij één op de drie gevallen niet langer nodig. Dat blijkt uit onderzoek van het UMC Utrecht.
Elk jaar komen bijna 400.000 patiënten bij de huisarts met klachten die mogelijk passen bij een trombosebeen. Ruim 20 jaar geleden toonden Canadese onderzoekers al aan dat met een vragenlijst en eenvoudige bloedtest een trombosebeen uitgesloten kan worden. Blijkt uit de vragenlijst en de bloedtest dat een trombosebeen niet waarschijnlijk is, dan hoeft een patiënt niet naar het ziekenhuis. Toch sturen huisartsen patiënten voor de zekerheid vaak voor vervolgonderzoek door naar een ziekenhuis.
Wereldwijd bestand
Onderzoekers van het UMC Utrecht analyseerden gegevens van meer dan 10.000 mensen uit de hele wereld die deelnamen aan dertien eerdere studies. Met dit bestand konden ze voor het eerst verschillende patiëntengroepen met een mogelijk trombosebeen onderzoeken. “Het onderzoek laat zien dat voor bijna alle patiënten met een mogelijk trombosebeen gebruik van de vragenlijst plus bloedtest een veilige manier is om een trombosebeen te kunnen uitsluiten”, zegt arts-onderzoeker Geert-Jan Geersing.
Ook in handen van de huisarts blijkt deze diagnosemethode veilig en betrouwbaar. De methode werkt echter niet goed genoeg bij kankerpatiënten en zij moeten daarom alsnog naar het ziekenhuis verwezen worden bij verdenking van een trombosebeen.
De resultaten van het onderzoek verschenen in het British Medical Journal.
- UMC Utrecht
