Slechts een week oefenen kan ervoor zorgen dat senioren weer net zo scherp zien als jongeren. Training vergroot de gevoeligheid voor contrast en het vermogen om objecten die dichtbij zijn goed te zien. Dat blijkt uit een experiment van de University of California.
De onderzoekers selecteerden 16 jongeren van gemiddeld 22 jaar en 16 senioren van gemiddeld 71 jaar. Deze proefpersonen hadden geen oogziekten en vertoonden geen tekenen van cognitieve achteruitgang.
Experiment
De deelnemers kwamen gedurende een week dagelijks naar het onderzoekslab voor een training van anderhalf uur. Meestal keken ze naar een gestreepte afbeelding, waarvan ze moesten bepalen of deze met de klok mee of tegen de klok in was gedraaid.
De onderzoekers varieerden het contrast van de afbeelding: de ene keer waren de lijnen scherp, de andere keer korreliger. Het contrast werd steeds aangepast aan wat de deelnemers de vorige dag konden zien, zodat ze oefenden in de buurt van de grens van het contrast dat ze nog onderscheidden. Zo kregen ze elke dag 750 plaatjes te zien, in totaal 3750 gedurende de hele week.
Geen verschil meer
Deze training bleek het verschil tussen de jongeren en senioren op te heffen. In het begin waren de jongeren beter in de taak dan de oudere deelnemers. In de loop van de week werden de senioren steeds beter, zodat ze na zeven dagen de afbeeldingen net zo goed konden onderscheiden als de jonge deelnemers.
Bovendien scoorden alle deelnemers na de oefenweek beter op een oogtest vergelijkbaar met de poster met letters die je bij de dokter ziet hangen. Ouderen zagen dichtbij wat scherper, jongeren juist van veraf. Nader onderzoek bevestigde dat deze verbetering van het gezichtsvermogen te maken heeft met het verwerken van visuele informatie in het brein en niet met veranderingen aan de ogen.
De resultaten van het onderzoek verschenen in Psychological Science.
- Medical Xpress