Groei en lichaamsbouw zit in genen

Getty Images

AMSTERDAM - Grote mensen, kleine mensen. Dikke mensen, dunnen mensen. De variatie in groei en lichaamsbouw tussen mensen is groot, zowel bij kinderen als volwassenen. Deze verschillen blijken nu toch vooral genetisch bepaald.

Onderzoeker Frederiek Estourgie-van Burk promoveert deze week aan de Vrije Universiteit van Amsterdam op een onderzoek naar genetische en niet-genetische factoren die de variatie in groei en lichaamsbouw kunnen verklaren. Hiervoor bestudeerde zij gegevens van tweelingen en andere familieleden.

Broers en zussen
Tweelingen worden in het algemeen na een kortere zwangerschapsduur en met een lager gewicht geboren dan eenlingen. Estourgie-van Burk deed haar onderzoek bij een- en twee-eiige tweelingen, maar nodigde daarnaast ook nog hun andere broers en zussen uit.

Op die manier kon ze mogelijke verschillen tussen tweelingen en eenlingen te onderzoeken. Niet-meerling broers of zussen zijn het meest geschikt om de groei bij tweelingen mee te vergelijken. Zij groeien op in hetzelfde gezin en hebben dezelfde ouders van wie ze hun genetisch materiaal erven.

Achterstand inhalen
Uit de resultaten van het onderzoek blijkt dat verschillen in lengte en gewicht op de kinderleeftijd met name bepaald worden door genetische factoren. Verder kwam naar voren dat tweelingen bij de geboorte een groeiachterstand hebben die ze op de leeftijd van 4 jaar bijna volledig hebben ingehaald.

Op 18-jarige leeftijd zijn tweelingen net zo lang als hun broers/zussen en leeftijdsgenoten. Gedurende een bepaalde periode in hun leven moeten tweelingen dus 'harder werken aan' groei dan eenling kinderen, om hun achterstand in te halen.

Lager gewicht
“Opvallend is wel dat tweelingen, hoewel even lang, wat dunner zijn dan hun niet-meerling broers/zussen.", vertelt Estourgie-van Burk. "Dit is een interessant gegeven, omdat tweelingen en hun broers/zussen gemiddeld de helft van hun erfelijk materiaal delen en in dezelfde omgeving opgroeien. Je zou dus verwachten dat ze hetzelfde gewicht bereiken."

Verder onderzoek hiernaar is belangrijk, omdat het meer inzicht kan geven in het reguleren van gewicht. Dit kan van belang zijn in de strijd tegen het grote maatschappelijke probleem van overgewicht.

Bron 
  • Vrije Universiteit Amsterdam