Chronische ontstekingsziekte van het spijsverteringskanaal.
De ziekte van Crohn is een chronische ontsteking van de darmen, vooral van de dunne en dikke darm en de endeldarm. De zweren kunnen echter in het hele spijsverteringskanaal zitten. De precieze oorzaak is niet bekend. Wat zijn risicofactoren voor deze ziekte, hoe herken je het en waaruit bestaat de behandeling?
Wat is de ziekte van Crohn?
Mensen met de ziekte van Crohn ( inflammatoire darmziekte, inflammatory bowel disease, IBD) hebben last van langdurige (chronische) ontstekingen van de darmen. De ziekte werd voor het eerst beschreven in 1932, door Burrill Crohn, een arts in Amerika. In Nederland krijgen ieder jaar ongeveer duizend mensen de ziekte van Crohn. De ziekte begint vaak tussen de leeftijd van vijftien en dertig jaar. De klachten verminderen in sommige periodes, waarna de ontstekingen weer opvlammen.
De ontstekingen (zweren) kunnen in het hele maagdarmkanaal voorkomen: van de mond tot en met de anus. Meestal zitten de ontstekingen vooral in de dunne en dikke darm en de endeldarm. De darmwand kan over de hele diepte ontstoken raken, waarbij er soms verbindingen naar andere organen komen. Deze verbindingen worden fistels genoemd. Door de langdurige ontstekingen kunnen er littekens ontstaan, waardoor de darmen nauwer worden.
Oorzaken van de ziekte van Crohn
De oorzaak voor de ziekte van Crohn is nog niet bekend. Waarschijnlijk spelen verschillende factoren een rol bij het ontstaan van de ziekte. Het is wel bekend dat het immuunsysteem een rol speelt. Bij de ziekte van Crohn valt het afweersysteem het eigen lichaam aan, waardoor een ontsteking in het maagdarmkanaal ontstaat.
Symptomen van de ziekte van Crohn
De symptomen en de ernst daarvan wisselen per persoon en variëren in de loop van de tijd. De ziekte van Crohn kan maanden of jaren rustig zijn en dan ineens weer opvlammen.
De meest voorkomende symptomen zijn:
- buikpijn
- diarree, al dan niet met slijm en/of bloed
- verstopping (obstipatie) komt soms voor
- vermoeidheid
- minder zin in eten
- gewichtsverlies
- koorts
- wondjes (aften) in de mond
- wondjes rond de anus
Ook kun je last krijgen van ontstekingen buiten het maagdarmkanaal, bijvoorbeeld van je gewrichten of je ogen. Een deel van de patiënten krijgt erythema nodosum. Dit zijn pijnlijke plekken op de onderbenen die blauw-rood van kleur zijn.
Neem contact op met je arts wanneer je:
- medicijnen niet genoeg helpen
- last hebt van bijwerkingen van je medicijnen
- klachten niet overgaan of steeds erger worden
- steeds meer afvalt
- langer dan drie dagen koorts houdt
- huid, gewrichten, mond of ogen ontstoken raken
Diagnose
Je huisarts vraagt wat voor klachten je hebt en doet eventueel lichamelijk onderzoek. Bij het vermoeden van de ziekte van Crohn zal hij/zij je verwijzen naar een maag-darm-leverarts (MDL-arts) voor verder onderzoek en behandeling.
Om de diagnose te kunnen stellen, moet de arts je darm van binnen bekijken. Dat gebeurt met een flexibele slang met een camera (endoscoop) die via de anus ingebracht wordt. Ook neemt hij/zij meestal een of meerdere stukjes darmweefsel weg (biopt), die in het laboratorium worden onderzocht. Een kijkonderzoek van de hele dikke darm en de endeldarm wordt coloscopie of colonoscopie genoemd. Als de arts alleen de endeldarm onderzoekt, heet dit een sigmoïdoscopie.
Andere onderzoeken die je arts aan kan vragen zijn:
- Bloedonderzoek, waarbij gekeken wordt of je bloedarmoede hebt, of er aanwijzingen zijn voor een ontsteking en of je eiwitgehalte laag is.
- Onderzoek van je ontlasting naar infecties (door bijvoorbeeld bacteriën, parasieten of wormen) en naar een eiwit dat wijst op een chronische ontsteking van je darmen (calprotectine).
- Echo van de buik, om te kijken of er sprake is van ontstekingen buiten de darmen.
- MRI-scan van de buik om de dunne darm te onderzoeken en/of fistels bij de endeldarm en de anus goed te kunnen bekijken.
- CT-scan van de buik, waarbij de arts kijken of er pusophopingen (abcessen) of verbindingen tussen de darm en andere weefsels (fistels) zijn.
Risicofactoren/ -groepen
Hoewel de oorzaak niet bekend is, zijn er verschillende factoren die het risico op de ziekte van Crohn verhogen:
- Geslacht: vrouwen hebben een iets hoger risico.
- Leeftijd: jongeren hebben een hoger risico.
- Afkomst: de ziekte komt vaker voor in Noord-Amerika en West-Europa dan in Azië en Afrika.
- Roken vergroot de kans op het krijgen van de ziekte van Crohn en verergert de symptomen.
- Erfelijkheid: het risico is hoger wanneer de ziekte in de familie voorkomt.
- Darmflora: de samenstelling van de normale darmbacteriën (microbioom) speelt mogelijk een rol.
Behandeling van de ziekte van Crohn
Wanneer je symptomen hebt van de ziekte, probeert de arts deze klachten eerst te onderdrukken met medicijnen die de ontsteking verminderen. Voorbeelden van deze ontstekingsremmers zijn mesalazine, sulfasalazine en prednison. Als deze medicijnen onvoldoende helpen, kan je arts sterkere medicijnen voorschrijven die het immuunsysteem onderdrukken, zoals azathioprine, methotrexaat, ciclosporine, infliximab of vedolizumab.
Wanneer je geen klachten meer hebt, is het belangrijk om ervoor te zorgen dat de ziekte zo lang mogelijk wegblijft. Je arts adviseert daarom om gedurende langere tijd medicijnen te slikken. Als je na een jaar geen klachten meer hebt, kun je met je arts overleggen of je kan stoppen met de medicijnen. Stop nooit met medicijnen zonder overleg met je arts.
Als deze medicijnen niet genoeg helpen, adviseren artsen meestal een operatie. Tegenwoordig vinden operaties bij de ziekte van Crohn zoveel mogelijk plaats via een kijkoperatie (laparoscopie). De chirurg haalt het stuk darm weg dat de meeste problemen veroorzaakt, bijvoorbeeld door een vernauwing, ophoping van pus (abces) of een verbindingen met weefsels buiten de darm (fistels). Soms is een (tijdelijk of blijvend) stoma nodig.
Prognose
Artsen kunnen de ziekte van Crohn nog niet genezen. Het verloop van de ziekte wisselt per persoon. Meestal wisselen periodes met en zonder klachten elkaar af. De meeste patiënten krijgen het advies om langdurig medicijnen te blijven slikken om de ziekte zoveel mogelijk te onderdrukken.
Je blijft meestal levenslang onder controle bij de MDL-arts. Regelmatig bloedonderzoek wordt geadviseerd om je te controleren op bijwerkingen van de medicijnen. Ook zijn regelmatige kijkonderzoeken van de dikke darm (colonoscopie of coloscopie) nodig. Deze onderzoeken worden gedaan omdat het risico op dikkedarmkanker (colorectaal carcinoom) licht verhoogd is en kwaadaardige tumoren op deze manier vroeg opgespoord of zelfs voorkomen kunnen worden.