Hebben ouderen minder slaap nodig?
Veel mensen denken dat je met de leeftijd steeds minder slaap nodig hebt. En dit klopt ook gedeeltelijk. Een pasgeboren baby brengt tenslotte gemiddeld 16 uur in zijn bedje door, maar gelukkig kun je als volwassene meestal met 7 tot 8 uur af. Het is echter een fabel dat ouderen nog minder slaap nodig hebben.
De hoeveelheid slaap die je nodig hebt, hangt niet alleen af van je persoonlijke behoefte. Ook leeftijd speelt een rol. Na de babytijd neemt het aantal uur slaap dat je nodig hebt geleidelijk af. Dit houdt aan tot ongeveer het achttiende levensjaar. Pubers hebben namelijk ook nog echt meer slaap nodig dan volwassenen: zo’n 9 uur. De meesten slapen dan ook veel te weinig, terwijl hun lichaam door alle lichamelijke veranderingen veel rust nodig heeft
Volwassenen moeten gemiddeld 7 tot 8 uur slapen. Sommigen iets meer, anderen iets minder. Met de leeftijd neemt deze behoefte niet af: ouderen hebben dus niet minder slaap nodig. Wel verandert hun slaappatroon.
Ouder worden
Al vanaf je twintigste jaar wordt de biologische klok iets minder flexibel. Een avondje doorhalen trek je al niet zo goed meer. De meeste mensen voelen eerder op de avond de behoefte om te gaan slapen en zijn ’s ochtends vroeger wakker. Schuiven met je slaap wordt steeds lastiger. Bij verder toenemende leeftijd ga je lichter slapen: de diepe slaapfase wordt korter. Tussendoor ben je ook vaker wakker.
Een veranderd slaappatroon betekent dus niet direct dat je lijdt aan slapeloosheid. Veel mensen doen naarmate ze ouder worden vaker een dutje overdag, omdat ze ’s nachts minder slapen. Dit is heel normaal en wijst meestal niet op een slaapstoornis. Slaapklachten komen daarbij op alle leeftijden voor: ongeveer de helft van de patiënten is 65 jaar of ouder.
Oorzaak
De veranderingen in het slaappatroon kunnen verschillende oorzaken hebben. Naarmate je ouder wordt, maak je bijvoorbeeld minder aan van het slaaphormoon melatonine. Ook zijn er aanwijzingen dat ouderen gevoeliger zijn voor de omgeving en sneller wakker worden van lawaai en licht. Dit laatste hangt natuurlijk ook samen met de lichtere slaap.
Overgang
Vrouwen in de overgang krijgen vaak ook te maken met een slechtere slaap. De hormonale veranderingen leiden onder andere tot opvliegers en nachtelijk zweten. De stijging in lichaamstemperatuur zorgt er dan voor dat je wakker wordt. Naast de hormonale veranderingen kunnen ook lichamelijke en psychische veranderingen in de overgang invloed hebben op de slaapkwaliteit. Slaapapneu komt bijvoorbeeld vaker voor bij vrouwen in de overgang.
Altijd moe
Veranderingen in je slaappatroon zijn een natuurlijk verschijnsel, maar als je altijd moe bent, kan er meer aan de hand zijn. Elke dag moe zijn is namelijk niet natuurlijk. Slaap je vaak drie of vier nachten achter elkaar zeer slecht en houdt dit langer dan drie weken aan? Overleg dan eens met je huisarts.
Aan een slechte nachtrust kun je zelf soms ook iets doen. Zorg bijvoorbeeld voor een donkere, koele slaapkamer zonder telefoon, computer of tablet. Probeer een half uur voor je gaat slapen jezelf bloot te stellen aan minder licht en vermijd dus zeker ook een felverlichte badkamer. Veel daglicht in de ochtend en geen cafeïne meer na de lunch kunnen ook helpen.
- Hersenstichting
- Merck Manual medisch handboek
- NTR